Uit nieuw onderzoek blijkt dat er een relatie is tussen bepaalde bacteriën in je darmen en het hebben van depressieve gevoelens. Vervolgonderzoek is nodig om te kijken of je depressief wordt van die bacteriën, of dat de bacteriën in je lichaam komen doordat je depressieve gevoelens hebt.

De Erasmus MC-wetenschappers hebben een grootschalig onderzoek uitgevoerd. Van duizenden Rotterdammers en Amsterdammers is de ontlasting onderzocht om te kijken welke bacteriën er in de darmen voorkomen. Tegelijkertijd werd via vragenlijsten de depressieve gevoelens gemeten.

Zowel in de Rotterdamse als Amsterdamse groep werd een verband gevonden tussen veertien groepen darmbacteriën en depressieve gevoelens. “Dan weet je dat het klopt. Dit soort vergelijkend onderzoek wordt te weinig gedaan in de wetenschap”, vertelt Uitterlinden.

Uitterlinden laat weten dat dit onderzoek niet de heilige graal is in de zoektocht naar de definitieve oplossing van depressies. “Niet alleen de bacteriën in onze darmen hebben invloed op depressieve gevoelens. Ook onze genetische aanleg speelt een rol en de omgevingsfactoren van een persoon. Dat is alleen lastiger te meten. Ons DNA-onderzoek kunnen we snel, goed en goedkoop uitvoeren. Maar de bacteriën zijn helaas niet de enige oorzaak.”

In Studio Erasmus vertellen Robert Kraaij en André Uitterlinden (Erasmus MC) uitgebreid over hun grootschalige studie.

Deel via: