Landen wereldwijd brengen hun klimaatplannen onvoldoende in praktijk waardoor de gewenste klimaatuitkomst uitblijft: netto-nul-uitstoot rond 2050. Dat concludeert een internationaal team van onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), onder wie VU-klimaatbeleidanalist Michel den Elzen.
Zo zijn veel overheidsdoelen niet wettelijk bindend, zijn ze vaak niet vertaald in een overkoepelend plan voor de lange termijn en ontbreekt vaak beleid dat op de korte termijn zorgt voor dalende emissies. Meer inspanning is noodzakelijk om de klimaatdoelen van Parijs in zicht te brengen, aldus het onderzoek in Science.
In het meest rooskleurige scenario, waarin alle beloftes in praktijk worden gebracht, warmt de aarde naar verwachting tussen de 1,6 tot 2,1 graden Celsius op. In dat geval blijven de doelen van het Parijsakkoord binnen bereik: de temperatuurstijging beperken tot ruim onder de 2 graden. Maar dat gunstigste scenario is volgens de onderzoekers “wensdenken”, aangezien het merendeel van de huidige plannen te beperkt en daarom ongeloofwaardig is. In een ander scenario, waarin alleen bestaand beleid wordt uitgevoerd, stijgt de temperatuur naar verwachting met tussen de 1,7 tot 3 graden Celsius.
Lees het hele artikel op de site van de VU.