Een internationaal team van wetenschappers, geleid door Kim Roelants van de VUB en Bryan Fry van de University of Queensland (Australië) heeft ontdekt dat tropische wormsalamanders zich evolutionair wapenden tegen het gif van gifslangen. Die gifslangen doken ongeveer 30 miljoen jaar geleden op in de warme biotopen waar ook wormsalamanders leven.
Net als andere amfibieën zijn wormsalamanders een gemakkelijke prooi voor roofdieren zoals slangen. Veel slangen gebruiken een sterk zenuwgif om hun prooi te vangen. Cobra’s, mamba’s en koraalslangen zijn hier beruchte voorbeelden van. Wormsalamanders zijn mysterieuze dieren die enkel in tropische gebieden zoals Zuid-Oost Azië, Afrika en het Amazone-woud leven.
Om te onderzoeken hoe wormsalamanders zich wereldwijd aanpasten aan het verschijnen van hun giftige predatoren, analyseerden de wetenschappers hun ‘acetylcholinereceptoren’. “Acetylcholinereceptoren zijn eiwitten in de zenuwcellen van alle gewervelde dieren, die instaan voor het doorgeven van zenuwprikkels”, zegt Roelants. “De neurotoxines in het gif van cobra’s en andere gifslangen blokkeren de werking van die eiwitten, waardoor zenuwprikkels niet meer kunnen doorgegeven worden naar spieren, met verlamming en de dood tot gevolg.”
Uit het onderzoek, grotendeels uitgevoerd in het Amphibian Evolution Lab van de VUB, blijkt dat niet het geval voor een groot aantal wormsalamandersoorten: hun acteylcholinereceptoren zijn zo geëvolueerd dat ze resistent zijn geworden voor de neurotoxines van slangen, waardoor de dieren niet verlamd geraken en aan een gewisse dood kunnen ontsnappen.
Fascinerend verhaal op de site van de VUB.