Tijdens Stoptober worden mensen opgeroepen om te stoppen met roken. Individuen motiveren is mooi, maar wet- en regelgeving zijn onmisbare instrumenten in de strijd tegen roken, zegt Brigit Toebes, hoogleraar Gezondheidsrecht bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen en wetenschappelijk directeur van de Aletta Jacobs School of Public Health. Het recht op gezondheid is volgens haar minstens zo belangrijk als persoonlijke keuzevrijheid. En dus moet de overheid vooral door blijven gaan met interventies. En als we toch bezig zijn, moeten we het direct ook even over alcohol hebben.
“Tien jaar geleden hadden we het nog veel over een soort ‘recht om te roken’, maar ik vind het mooi om te zien dat dat narratief aan het omdraaien is. Het recht op gezondheid is, net als individuele vrijheid, een voorwaarde voor menselijke waardigheid. En wanneer je COPD krijgt en daardoor de trap niet meer op kunt, wordt dat enorm aangetast. Ik denk dat dat zwaarder weegt dan keuzevrijheid. Misschien voelt dat als het afpakken van een pleziertje, maar in mijn ogen is dat juist het beschermen van iemands welzijn. Mensen zijn in principe vrij om hun eigen foute keuzes te maken, maar het is ook echt belangrijk dat we mensen helpen met het maken van gezonde keuzes. En soms betekent dat de ongezonde keuze resoluut weghalen, vooral als het gaat om producten die evident dodelijk zijn. Daarnaast ligt er, vanuit kinderrechtenperspectief, een belangrijke taak om kinderen te beschermen, zodat zij niet beginnen met roken.”
“De WHO hanteert sinds kort een nieuwe visie waarin ze zeggen: er is geen veilig gebruik van alcohol. Dus als we het recht op gezondheid centraal willen stellen, moeten we daar iets mee doen.
Lees het hele stuk op de site van de RUG.