Bloggende psychologen, scheikundigen die hun onderzoek met legoblokjes uitleggen aan kinderen of onderzoekers die zelf een actief Twitteraccount bijhouden: een zinvolle tijdsbesteding of een wildgroei aan wetenschapscommunicatie? En niet alleen wetenschappers gaan meer aan wetenschapscommunicatie doen, ook bij PR- en communicatieafdelingen is er meer aandacht voor wetenschapscommunicatie.

“Vaak denken onderzoekers tien seconden na, bedenken ze een TikTokje, een workshopje of een ingezonden brief en sturen ze dat de wereld in”, zegt UvA-natuurkundige Ivo van Vulpen die één dag per week de functie van bijzonder hoogleraar wetenschapscommunicatie vervult aan de Universiteit Leiden. “Maar meer communicatie is niet altijd beter.”

Niet iedereen ziet het nut in van een apart centrum van wetenschapscommunicatie (het Nationaal Expertisecentrum voor Wetenschap & Samenleving), zoals literatuurwetenschapper en UvA-alumnus Liesje Schreuders destijds al liet weten in het een opinieartikel in de NRC waartoe ze werd geïnspireerd door het filosofische pamflet Tegen de Communicatie van Mario Perniola. ‘We leven in een tijd die gedomineerd wordt door communicatie. Er komt dus een centrum om te communiceren over de communicatie. Wat ik zie is een wetenschappelijke sector die z’n positie wil verbeteren.” Marketing dus.

Lees het hele stuk op de site van Folia.

 

Jeremias van Schaak - Allegorie op de wetenschap
Deel via: