Econometrie out-of-the-box: een experiment op macroniveau
Een van de kerntaken van een econometrist is om causale verbanden te halen uit historische data. Met name het bepalen van de effecten van beleidsveranderingen is hierin van cruciaal belang. Wat zijn de economische effecten van een verhoging van de rente door de centrale bank? Wat voor gevolgen hebben een verlaging van de inkomensbelasting? En op wie hebben deze maatregelen effect? Zijn die hetzelfde voor grote en kleine bedrijven, of voor gezinnen met hoge en lage inkomens? Dit zijn in meerdere opzichten lastige vragen.
Veel beleidsmaatregelen worden ingevoerd als reactie op andere omstandigheden. De Europese Centrale Bank (ECB) verhoogt de rente als de inflatie te hoog is. Maar als we de gevolgen van de renteverhoging op economische groei onderzoeken, kunnen we er dan zeker van zijn dat deze gevolgen komen door het verhogen van de rente of juist door de hoge inflatie? Ook gebeuren beleidsveranderingen nooit in isolatie. Tegelijkertijd met de huidige hoge inflatie is er een oorlog gaande, een energiecrisis, en een groot personeelstekort in veel sectoren. Hoe kunnen we de verschillende effecten van al deze ontwikkelingen uit elkaar halen?
Het zou veel makkelijker zijn als we een experiment konden doen zoals bij de ontwikkeling van een nieuw medicijn. Door proefpersonen willekeurig in twee groepen te verdelen, één die het medicijn ontvangt en de andere een placebo, weten we dat de verschillen in gemeten effecten (gecorrigeerd voor willekeurigheid) enkel zijn toe te schrijven aan de toegediende medicatie. We hebben immers de proefpersonen willekeurig ingedeeld, dus daar kan het niet aan liggen.
In de econometrie probeert men dit na te bootsen door te zoeken naar ‘natuurlijke experimenten’: situaties waarin we de historische data zodanig kunnen ‘masseren’ dat we ‘proefpersonen’ op zekere manier kunnen indelen in een groep die de echte ‘behandeling’ heeft gehad en een controlegroep. Maar op macro-economisch niveau is de ruimte hiervoor zeer beperkt: het is moeilijk te beargumenteren dat sommige mensen of bedrijven in ons land niet geraakt worden door een renteverhoging terwijl anderen dat wel worden.
Denkend in onbegrensde mogelijkheden, zou ik daarom een groot experiment willen uitvoeren op macro-economisch niveau. Stel we zouden willen onderzoeken wat een renteverhoging van de Europese Centrale Bank doet met de economische groei. Dan moeten we willekeurig de helft van de Europese Unie (burgers en bedrijven) indelen in de groep die de renteverhoging moet ondergaan, en de andere helft niet. De ene helft zou dus een hogere rente betalen voor een lening, en een hogere rente ontvangen voor het spaargeld. De andere helft zou geen verschil ondervinden.
Maar dan zijn we er nog niet. Want als de mensen en bedrijven uit de ‘behandelde’ groep contact kunnen hebben met de mensen uit de controlegroep, dan zullen de effecten van de renteverhoging ook doorwerken op de controlegroep. We moeten dus niet alleen willekeurig mensen en bedrijven indelen in twee groepen, we moeten er ook voor zorgen dat ze geen contact met elkaar kunnen hebben. Uiteraard kunnen we dit niet doen op hetzelfde moment als de renteverhoging: we weten dan immers niet of de gemeten verschillen komen door de renteverhoging of door het splitsen van de groepen. We zullen dus eerst de groepen moeten splitsen, dit vervolgens een tijd aanhouden, en dan de renteverhoging doorvoeren. En dan vooral opletten dat de situatie stabiel is op moment van de renteverhoging wat betreft de twee verschillende groepen.
De inzichten van een dergelijk experiment zouden immens zijn en beleidsmakers heel veel verder helpen. Ook zouden ze ons als econometristen kunnen helpen om de antwoorden te valideren die wij met onze methoden krijgen uit de historische data. Maar uiteraard zijn we er dan niet met één experiment; we zullen een hele reeks experimenten moeten doen om verschillende maatregelen te kunnen bekijken, iedere keer met een nieuwe verdeling tussen de groepen.
Hoe aantrekkelijk dit idee op academisch niveau dan ook lijkt, denk ik niet dat ik in een dergelijke wereld mijn onderzoek zou willen doen. Het lijkt mij een tamelijk dystopische wereld waarin je, in de situatie van: ‘Computer says no’, de pech hebt om in de groep te worden ingedeeld die een impopulaire maatregel te verduren krijgt. Des te meer reden om gestaag door te werken aan mijn econometrisch onderzoek naar betere methoden om causale verbanden uit daadwerkelijke historische data te halen, en op een punt te komen waarin we niet meer verlangen naar dergelijke experimenten!