Bomen halen CO2 uit de lucht en lijken daarmee de ideale oplossing voor het klimaatprobleem: gewoon bomen planten ter compensatie van onze uitstoot. Zo simpel ligt het echter niet.
Wat als we alle braakliggende gronden ter wereld omtoveren in de lommerrijke natuurgebieden die ze veelal ooit waren? En wat als we tegelijkertijd alle bestaande bossen beter beschermen en beheren, zodat ze nog meer koolstof gaan opnemen dan ze nu al doen? In dat geval, becijferde een internationale groep wetenschappers, valt er in totaal 226 miljard ton koolstof méér op te slaan dan nu al gebeurt. Omgerekend gaat het dan om 829,42 miljard ton koolstofdioxide die bossen uit de lucht kunnen halen. Dat is ongeveer 22 keer de jaarlijkse wereldwijde uitstoot en meer dan de 730 miljard ton CO2 die we volgens het internationale klimaatpanel IPCC voor het eind van deze eeuw uit de atmosfeer moeten verwijderen om de temperatuur niet verder te laten stijgen dan 1,5 graad.
Hoe minder de mens zijn gang kan gaan, des te ongerepter zijn de bossen. Een tropisch regenwoud legt meer koolstof vast dan een productiebos, en een productiebos haalt weer meer koolstofdioxide uit de lucht dan een voetbalveldje. Dat heeft niet alleen te maken met de hoeveelheid bomen, legt Van den Hoogen, onderzoeker aan de ETH Zürich en betrokken bij de internationale studie, uit: de biodiversiteit van een bos is minstens zo belangrijk. “Het probleem van koolstofcompensatie door het planten van bomen is de eenzijdige focus op die bomen. Je kunt voor een euro een boom laten planten, maar dat leidt in veel gevallen tot monoculturen. Zulke bossen zijn erg vatbaar voor ziekten door schimmels, of torren.” De kans dat zo’n bos er na tien jaar nog staat, is daardoor kleiner.
Lees de complete reportage van Enith Vlooswijk op de site van Nemo kennislink.