Psycholoog Aurore Roland is droomspecialist aan de VUB, waar ze onderzoek doet naar nachtmerries. Over de meest recente wetenschappelijke droominzichten schreef ze het boek Wat onze dromen ons (niet) vertellen. Op de site van de VUB staat een interview met haar.
“De continuïteitshypothese zegt dat er een link is tussen wat we dromen en wat we in het dagelijkse leven meemaken. Onze hersenen maken dromen op basis van de informatie die ze uit ons geheugen halen. En wat we weten uit onderzoek naar het geheugen, is dat als je aan een gebeurtenis een hoge emotionele waarde geeft, ze meer prominent aanwezig zal zijn in je geheugen. Nachtmerries zijn daar een goed voorbeeld van. Je ziet dat mensen die vaker intense nachtmerries hebben ook overdag meer negatieve emoties ervaren. Maar waarom de hersenen precies die persoon of dat voorval uitkiezen om over te dromen, dat blijft giswerk. Doen onze hersenen dat om bepaalde zaken te verwerken, of is het gewoon toeval omdat die informatie meer toegankelijk is in het geheugen? We tasten daarover in het duister. Wel kunnen we verklaren waarom er in onze dromen vaak bizarre dingen gebeuren. De hersenstructuren die betrokken zijn bij logica werken immers minder goed wanneer we dromen.”
‘Tot slot, ook voor mensen zonder nachtmerriestoornis kan ontwaken uit een nachtmerrie heel heftig zijn. Wat kun je op zo’n moment best doen?’
“Veel mensen hebben moeite om terug te komen naar het hier en nu. De 5-4-3-2-1 oefening kan helpen. Ga in de ruimte waar je je bevindt in gedachten op zoek naar 5 zaken die je kunt zien, 4 zaken die je kunt horen, 3 zaken die je kunt voelen, 2 die je kunt ruiken en 1 dat je kunt proeven. Door die oefening kom je los van je nachtmerrie en kun je weer rust vinden.”
Lees hier het hele interview.