Freek van de Velde, hoogleraar Nederlandse taalkunde en historische taalkunde in Leuven, schreef met een virtuoze stijl een boek tjokvol ideeën:  “Taal laat zich niet bestieren, beregelen of knechten. Elk mens is een inwisselbaar vehikel voor de taal.” Van de Velde heeft een brede wetenschappelijke ambitie, zoekt verbanden met belendende domeinen zoals paleoantropologie, cognitieve wetenschappen, psychologie, evolutiebiologie, geschiedenis en informatica. Van de Velde doet een grote greep…

“In een onbeduidend zonnestelsel in een nietszeggende buitenwijk van een groepje sterren dat als een hoopje witte zoutkorrels uitgestrooid ligt op het uitgestrekte inktzwarte laken van de kosmos, tolt een planeet waarop een merkwaardig wezen ronddoolt. Het is er nog niet zo lang: een paar honderdduizend jaar, en het ziet er afzichtelijk uit. Een wanstaltig groot hoofd, dat het meetorst op een fragiele ruggengraat, en dat onnoemelijk leed berokkent aan barende wijfjes, die het babyhoofd als een onrijpe mango door een tuinslang moet persen. Het pronkt met her en der plantsoentjes pels, alsof het zich er niet bewust van is dat het te kampen heeft met ziekelijke haaruitval. Geelwit glanzende steentjes staan in een gapend gat waardoor het wezen ademt, waar het verhitte brei induwt en gistend vocht in giet. Een kwakend vibrato komt uit trillende vliezen en kraakbeen in zijn keel.”

Lees de volledige recensie.

Deel via: