‘Bij onderzoek naar dierlijke intelligentie denken we nog steeds te veel vanuit de mens,’ stelt filosoof Bas van Woerkum-Rooker. ‘Om routes te onthouden baseren mensen zich op visuele informatie, terwijl ratten daarvoor geuren gebruiken. Dat zijn allebei intelligente manieren om de weg te onthouden.’
Volgens de filosoof zouden we veel meer te weten kunnen komen over dierlijke cognitie, als we anders onderzoek gaan doen. Hij komt daarom met een theorie waarmee onderzoekers dierlijke intelligentie beter kunnen begrijpen. De filosoof ontwikkelde een nieuwe methode voor wetenschappers, waarmee niet de menselijke vermogens uitgangspunt zijn, maar de zintuigen van het dier. ‘Dan moet je eerst weten wat er in een bepaalde omgeving waarneembaar is voor een dier,’ legt hij uit. ‘Ook aan geluidsniveaus of elektromagnetische straling die wij zelf niet kunnen horen, zien of voelen. Vervolgens ga je die variabelen wegnemen en weer toevoegen, in plaats van ze helemaal uit te sluiten.’
‘Eigenlijk is de vraag wat ‘intelligentie’ precies is, een doodlopende weg,’ aldus de onderzoeker ‘We kunnen ons beter afvragen: wat maakt dit gedrag mogelijk? Hoe dragen de zintuigen van het dier en de informatie die het dier uit de omgeving haalt bij aan dat gedrag? Op die manier kunnen we de slimheid van dieren begrijpen zónder mensen als uitgangspunt te nemen.’
Lees het hele bericht op de site van de Radboud Universiteit Nijmegen.