Veel inlichtingendiensten werken vanuit een verouderd wereldbeeld, terwijl dreigingen waartegen ze ons moeten beschermen steeds complexer van aard worden. Militair en onderzoeker Bram Spoor waarschuwt dat ook de inlichtingenorganisaties van de NAVO en diens lidstaten gevaren niet altijd goed kunnen inschatten.
Inlichtingendiensten houden nog steeds vast aan het zogenaamde bean counting. Hoeveel eenheden zijn er aan het front? Wat voor soort wapens gebruiken ze? En welke ondersteuning (tanks, artillerie, luchtmacht) krijgen ze? Kortom het tellen van poppetjes aan beide zijden van het conflict en dan een inschatting maken wie er beter voor staat.
Spoor pleit er daarom voor om beginselen uit de complexiteitstheorie te integreren in het inlichtingenwerk. ‘Je kijkt niet alleen naar de poppetjes, maar je neemt ook menselijke factoren, zoals gevechtsmotivatie, weerbaarheid, moraal en gevechtstraining mee in je inlichtingenwerk. Dat zijn vaak moeilijk te vergaren inlichtingen, dus het is belangrijk dat je aangeeft wat je níet weet.’
Rol van AI
Daarnaast heeft Spoor zijn hoop gevestigd op artificial intelligence (ai), waarmee veel complexere modellen gemaakt kunnen worden. In die modellen kunnen ook ‘zachtere’ inlichtingen meegenomen worden, zoals gevechtservaring, motivatie en nog duizenden andere parameters. ‘Je drukt dan bij wijze van op play en je ziet het gevecht zich ontwikkelen in een gesimuleerde omgeving. Dat kan inzichten geven waar je van tevoren geen rekening mee gehouden had. AI wordt zeker niet de silver bullet, maar het gaat wel helpen om de menselijke hersenkracht binnen het inlichtingenwerk aan te vullen.’
Lees het hele bericht op de site van Leiden Universiteit.