Yannick van den Berg onderzocht hoe het Europees recht kan helpen om het vliegen te verminderen.

De EU heeft best een grote hand gehad in het succes van vliegen. Luchtvaartmaatschappijen werden geliberaliseerd, waardoor vliegen mogelijk werd voor een lage prijs. Veel maatschappijen hebben staatssteun gekregen en er wordt geen belasting betaald over kerosine. Nu wordt er vanuit de EU gekeken naar het duurder maken van vliegtickets. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid bij de consument gelegd. In mijn proefschrift kijk ik verder dan die individuele keuzes.’

‘Een wereldreis en een jaar backpacken worden gezien als iets positiefs: hoe verder weg, hoe beter. Als overheid kun je dat veranderen. Vliegen moet je dan hetzelfde behandelen als tabak. Dat is een mooi voorbeeld van iets dat vroeger heel cool was, maar nu niet meer. De overheid heeft op veel vlakken ingegrepen omdat roken schadelijk is. Alleen een pakje sigaretten duurder maken, was niet genoeg. Het werkte wel om het imago van roken aan te pakken. Dat begint bij het verbieden van reclames. Vliegen is extreem schadelijk voor de samenleving. Daarom wil je het adverteren inperken en het stunten met prijzen verbieden. Maar zoals ik al zei: de prijs is niet doorslaggevend. Het moet duidelijk worden dat je ook een fijne vakantie kunt hebben zonder naar Bali te vliegen. Er moet meer ruimte komen voor andere manieren om aan een vakantiebehoefte te voldoen.’

Binnen het onderzoeksproject waaraan ik verbonden ben, GreenPaths, kijken we op wat voor manieren de EU een rechtvaardige groene transitie kan realiseren.’

Lees het hele artikel op de site van de UvA.

Selfie met vliegtuig
Beeld: Shutterstock
Deel via: