AI-ethiek

Door de sterk toenemende aandacht voor AI, onder andere door voorspelmodellen, aanbevelingsalgoritmes en generatieve AI, is er een nieuwe niche ontstaan binnen mijn vakgebied ethiek: AI-ethiek. Dit is goed nieuws, want dit betekent dat er enige zorgvuldigheid wordt betracht bij ontwikkelen en toepassen van AI en dat er over de consequenties van de inzet van deze technologie wordt nagedacht. De vraag die binnen deze niche centraal staat is doorgaans: ‘Hoe zetten we AI verantwoord in?’ Dat is een relevante, maar tegelijk beperkte vraag. De vraag ‘Is het verantwoord om hier AI in te zetten?’ moet hier mijns inziens aan vooraf gaan. We moeten niet louter focussen op het middel, maar een contextgerichte benadering hanteren.

Ik hanteer nog altijd de definitie van data-ethiek die Floridi in 2016 neerlegde, als een van de eersten. Hij maakte heel zorgvuldig onderscheid tussen de ethiek van data (-verzameling, -gebruik, -deling en -verwerking), de ethiek van algoritmes en modellen (toepassing) en de professionele gebruiken die bij de omgang met data horen. De reflectie op data is het uitgangspunt, daarna volgt de toepassing. In de praktijken rondom AI ethiek die nu lijken te ontstaan, ligt de focus juist op de toepassing en worden data als gegeven gezien (pun intended), terwijl iedereen weet: garbage in, garbage out.

In de aanpak van AI-ethiek heerst doorgaans een ‘technisch’ perspectief op ethiek. In het ontwerpproces is men zich dan bewust van het gevaar dat er ongewenste zaken in het ontwerp sluipen, denk aan biases in het algoritme of een schending van mensenrechten. Ethiek wordt ingezet om gevaren op te sporen en fouten te elimineren, veelal via een technische tool of methode. Men hanteert een No Harm-principle. Dit technisch perspectief kan worden geplaatst naast een ‘procedureel’ perspectief waarin men zich van een legalistische ethiek bedient: als de wet juist en zorgvuldig wordt uitgevoerd, doet men het juiste.

Nu is er met beide insteken niet veel mis, maar mijns inziens ligt de waarde van ethiek juist in een meer ‘reflectief’ perspectief, dat daar op z’n minst (prominent) naast mag worden gezet. Een perspectief waarin men reflecteert en vragen stelt, zoals ‘hoe doen we de goede dingen’ en ‘hoe doen we de dingen goed’? Wat betekent deze technologie voor eenieder?

Ethiek hierin recht doen is door niet te kiezen voor een op risico gebaseerde strategie (dat zit al in de procedurele aanpak) maar voor een door waarden gedreven strategie. De vraag is en blijft: hoe sturen we in de vraagstukken waar we nu voor staan op dat wat we van waarde vinden?

Deel via: