De ideologische limieten van de technocratische droom

Sinds de verschijning van ChatGPT op het internet is artificiële intelligentie onmiskenbaar in opmars. Ook binnen het historisch onderzoek zijn de toepassingen schijnbaar legio: onleesbare manuscripten kunnen nu door de machine gehaald worden en gigantische datasets zullen gemakkelijker kunnen worden bestudeerd. Wat daarbij vooral opvalt is dat AI de menselijke beperkingen niet overstijgt. De populairste artificiële intelligentie is ‘generative AI’, een programma dat het meest logische vervolg bedenkt in een informatieketen. AI-experten benadrukken dat die programma’s een veel te breed toepassingsgebied hebben. De meest performante modellen, zoals de machines die eiwitten ontrafelen voor geneeskundig onderzoek, zijn ontwikkeld en getraind met duidelijke grenzen en met één enkel doel voor ogen. Daardoor zijn ze veel betrouwbaarder.  Programma’s zoals ChatGPT, die allemaal draaien op een architectuur die Google ontwikkeld heeft, hebben de neiging om feiten of verbanden te hallucineren. Maar zelfs een excellent AI-model geeft – zoals iedere wetenschapper – slechts één mogelijke interpretatie van de bronnen of data. Andere interpretaties blijven mogelijk en moeten kritisch bevraagd worden.

De populariteit van de tekstuele AI-apps onthult daarom vooral de hoge tolerantie die er binnen de samenleving is gegroeid voor onzin. Gegeneerde teksten lijken aan de oppervlakte logisch en coherent, maar voor historici en iedereen die dagelijks met taal bezig is, is het snel duidelijk dat de gegeneerde teksten geen inhoud hebben. AI is een spiegel van een samenleving die geobsedeerd is door harde wetenschap, technocratie en boekhouding waarin het schrijven of lezen van een tekst – de basis van ons denken zoals Michel Foucault al aangaf in de jaren ‘60 – geen waarde meer heeft. Het succes van tekstuele AI lijkt daardoor verzekerd, niet zozeer omdat de AI krachtiger wordt, maar wel omdat grotere groepen mensen steeds minder in staat zullen zijn om die teksten naar waarde te schatten.

Bovendien slaat de technocratische belofte van AI de bal volledig mis. De oorzaken en oplossingen van de existentiële uitdagingen waarmee de mensheid geconfronteerd wordt zijn gekend. Het obstakel naar een oplossing is dan ook niet zozeer een gebrek aan kennis, maar een clash tussen wereldbeelden. Klimaatverandering en mondiale ongelijkheid zijn niet het speelveld van wetenschappers, dan wel van voorstanders en tegenstanders van een kapitalistisch groeimodel. Vaccins kunnen een pandemie oplossen, maar mensen die zich machteloos voelen op andere gebieden van hun leven, weigeren de preventieve bescherming. AI, hoe krachtig ook, zal daarom nooit de existentiële problemen van de mensheid kunnen aanpakken, omdat het nooit ideologische stokpaardjes op stal zal kunnen zetten.

 

 

Deel via: