De impact van AI in de rechtensector
De sterk toegenomen aandacht voor de mogelijkheden van AI heeft enorm geholpen bij de overtuiging dat er iets moet gebeuren in de juridische sector. “AI voor recht” en “Recht voor AI” hebben alle aandacht.
AI voor recht
Met de succesvolle opmars van GPT is in alle hoeken van de juridische praktijk de vraag op tafel gekomen: wat kunnen wij met AI? De advocaat, de magistraat, de overheidsjurist en de bedrijfsjurist, ze zijn ermee bezig; soms vanuit een gevoel van urgentie, dan weer vanuit nieuwsgierigheid. Er valt tegelijk veel onzekerheid te beluisteren, mede gevoed door een gebrek aan kennis. Het tempo varieert behoorlijk. Innovatieve Zuidas-kantoren zijn sneller in de adoptie van AI dan bijvoorbeeld de rechtspraak. Kekke startups promoten hun software voor de praktijkjurist en ook de grote consultancy organisaties investeren in deze innovatie.
Het voelt voor veel juristen als een grote stap om AI in te zetten. De affaires bij de Belastingdienst vergroten terecht de aarzeling, zeker bij de overheid en de rechtspraak. Maar tegelijk bouwen de grote juridische uitgevers, die de sector met databases en zoeksystemen bedienen, stap voor stap AI in. Daardoor werken juristen nu al meer met AI dan ze zich wellicht realiseren.
Recht voor AI
De urgentie om met goede regulering te komen was er al voordat de GPT-hype losbarstte. Vooral in Brussel was de wetgevingsmachine volop aan het draaien. Na de boost van ChatGPT is er in Europa amper nog een spreker te vinden die tegen nieuwe regels is. Natuurlijk zijn er grote verschillen van mening over de inhoud van die regels. We kijken nu naar de regeling in de AI Verordening, geldend voor alle sectoren: zorg, bestuur, onderwijs, defensie enzovoorts . Daarnaast is regulering van digitale markten en digitale diensten een middel om AI-ontwikkeling en -gebruik in goede banen te leiden. Het verhaal van AI is immers ook een verhaal van economische machtsongelijkheid en van de noodzaak om zwakkere spelers te beschermen, bijvoorbeeld in de platformeconomie of op de socials. De regels van dataprotectie in de AVG en aanverwante wetten hebben tenslotte ook een belangrijke functie. Te weinig trainingsdata is voor het Nederlands taalgebied hoe dan ook een bottleneck, want: ”geen data, geen AI”.
Opleiding
Ruimte voor AI in de opleiding van alle juristen is geen hobby meer, maar noodzaak. De rechtenfaculteiten leveren de juristen van de toekomst aan de samenleving. ‘Kritisch constructief’, dat moet het motto zijn.