De voorsprong van de Verenigde Staten
De groeiende kracht van AI heeft ingrijpende implicaties voor onderzoek en (cognitief) werk, en dat is eind 2024 meer dan ooit zichtbaar. Wij, Remy Gieling en Job van den Berg, auteurs en experts bij AI.nl en The Automation Group, maakten onlangs een reis naar Silicon Valley en andere plaatsen in de Verenigde Staten en zagen daar hoe ver vooruit men daar al is vergeleken met Nederland. We blijven optimistisch over de kansen, maar realistisch over de uitdagingen die AI met zich meebrengt.
Waar in Nederland nog veel gepraat wordt over generatieve AI-tools zoals ChatGPT en Copilot, is men in Amerika al een stap verder. Daar draait het al om AI-modellen die niet alleen informatie kunnen destilleren uit enorme hoeveelheden ongestructureerde data, zoals rapporten, webpagina’s, video’s en podcasts, maar die ook in staat zijn om hun kennis zelfstandig uit te breiden en deze te communiceren in menselijke taal. Nog krachtiger zijn de zogenoemde reasoning-modellen, die in staat zijn om complexe beslissingen te ondersteunen en acties uit te voeren op afroep, dankzij toegang tot databases en gebruikersinterfaces volgens het ‘agentic AI’-principe.
Dit betekent dat we op een kantelpunt staan: de technologie om vrijwel elke kantoorbaan te transformeren is er al. Kantoorwerk draait immers om het opdoen van kennis over niche-gebieden, communiceren, redeneren en acties uitvoeren in diverse systemen zoals Outlook en Excel, maar ook ERP (Enterprise resource planning) en CRM (Customer Relationship Management). Al deze activiteiten zijn nu mogelijk met hypergespecialiseerde taalmodellen en actiemodellen, waardoor niet alleen de banen zullen veranderen, maar ook de dynamiek van teams en organisaties.
De vraag is dan ook niet óf je baan zal veranderen, maar hoe snel jij en je team in staat zijn om deze technologie te omarmen. Want concurrentie komt niet alleen van andere professionals, maar ook van bedrijven die AI wél adopteren. Vooruitstrevende bedrijven, zoals Visa, hebben al meer dan 500 AI-projecten uitgerold, terwijl in Nederland nog vaak wordt gediscussieerd of er überhaupt een AI-tool ingezet moet worden. Deze kloof vergroot de urgentie voor Europa om in actie te komen.
Zoals Mario Draghi onlangs waarschuwde in een rapport over de toekomst van de Europese Unie: “Met het huidige tempo is Europa in 2050 niets meer dan een openluchtmuseum voor Amerikaanse toeristen.” Om te voorkomen dat we achterblijven in de mondiale economie moet Nederland – en Europa – snel schakelen.