Het einde van schrijven

Schrijven, schrijven, schrijven… het is de enige manier om goed te leren schrijven. Maar moeten we nog wel goed leren schrijven? Waar in de afgelopen decennia de nadruk op leren hoofdrekenen is verschoven naar schattend rekenen en leren omgaan met rekenmachines (met als gevolg een volgens nieuwsberichten belabberde rekenvaardigheid van scholieren), lijkt het erop dat we studenten nu moeten leren omgaan met technologieën als ChatGPT. Geen probleem, zouden optimisten zeggen: als ChatGPT voor ons kan schrijven, waarom zouden we dat zelf nog moeten kunnen? Ik ben niet zo’n optimist.

Ziet u, leren schrijven doe je niet alléén om te leren schrijven. Leren schrijven betekent ook je gedachten leren structureren. En leren je argument logisch opbouwen. En leren informatie uit verschillende bronnen te integreren. Zonder goed schrijfonderwijs lopen we het risico een generatie studenten op te leiden die niet alleen slechter schrijft, maar ook slechter denkt. Prima, als dat zo belangrijk is dan leren we studenten toch gewoon alsnog schrijven? Helaas lijkt dat niet meer goed mogelijk.

Het schrijven van papers was altijd een standaardonderdeel van de universitaire studie, in ieder geval in de sociale en geesteswetenschappen. Maar universitair docenten zijn niet allemaal zo naïef als studenten soms lijken te denken: de laatste twee jaar ben ik ervan overtuigd dat het merendeel van de ingeleverde papers in ieder geval gedeeltelijk zijn geschreven door ChatGPT, en dan uit ik me behoorlijk conservatief. Deze tendens ontgaat de meeste van mijn collega’s ook niet, en schrijfopdrachten veranderen—ook onder druk van onderwijsbesturen—in opdrachten waar ChatGPT een belangrijk onderdeel van uitmaakt. We moeten studenten leren omgaan met ChatGPT! lijkt het idee. Ik verzet me sterk tegen dit idee, we moeten studenten niet willen opleiden tot behendige prompt engineers.

Schrijfopdrachten zijn vanaf volgend academisch jaar geen onderdeel meer van mijn cursussen. Ik kan simpelweg niet verdedigen dat we écht die vaardigheden aanleren en toetsen die horen bij een schrijfopdracht. We willen studenten die aan het eind van hun studie goed kunnen nadenken, argumenteren, onderzoeken. Met de huidige golf van grote taalmodellen staan we in het universitair onderwijs voor een vraagstuk: hoe kunnen we studenten deze vaardigheden aanleren zonder schrijfopdrachten?

 

Deel via: