Het verdwijnen van de paleontologie

Oma’s ambachtelijke appeltaart komt tegenwoordig uit een fabriek. Maar oma’s appeltaart was wel veel lekkerder. AI kan heel veel dingen écht beter dan wij. Mijn vakgebied, de micropaleontologie, het ambacht van het definiëren en herkennen van soorten fossielen van eencelligen, gaat mogelijk volledig verdwijnen door AI. Overigens is deze trend al decennia geleden ingezet door gebrek aan financiering: aan Nederlandse universiteiten ben ik een van de laatsten der Mohikanen. Voor verschillende groepen (fossiele) micro-organismen is AI steeds beter in staat om alle soorten te herkennen. In de toekomst zal AI ook nieuw-ontdekte soorten voor de wetenschap beschrijven en zelfs betere manieren leveren voor de classificatie van soorten dan wij met onze beperkte breinen kunnen.

Steeds meer toepassingen van de micropaleontologie gaan binnenkort automatisch. We gebruiken de evolutie en het uitsterven van soorten om gesteentelagen te dateren. Voor klimaatonderzoek meten we de chemische samenstelling van de fossielen om reconstructies te maken van de zeewatertemperatuur waarin ze groeiden. Dit kan allemaal volledig geautomatiseerd worden. Een AI kan veel beter dan wij relevante bronnen vinden en het uiterlijk van microfossielen vergelijken met gepubliceerde studies. Een AI zal vervolgens ook beter dan wij in staat zijn om informatie uit verschillende bronnen te combineren en sluitende verklaringen op te stellen voor onze observaties. Tot die tijd zullen we ervoor moeten zorgen dat AI’s goed getraind worden. Wellicht zullen we er nog een tijdje moeten zijn om te checken of ze alles goed doen. AI schrijft binnenkort ook betere wetenschappelijke artikelen dan wij. En voor wie zouden we die überhaupt nog schrijven als alleen AI nog micropaleontologie doet? Waar zijn (micro)paleontologen dan nog voor nodig? Met een ‘Fossil-ObsIdentify-app’ is iedereen die tijdens een bergwandeling een gekke schelp tegenkomt een feilloos paleontoloog.

Maar in hoeverre gaat AI échte wetenschappelijke en maatschappelijke innovaties maken? Een AI zal ongetwijfeld goed in staat zijn om serendipity, een belangrijke ontdekking door toeval, te herkennen. Het zal in staat zijn over het kleinste onverwachte dingetje te zeggen: “Hé, dat is raar”, zonder er zijn virtuele schouders over op te halen. Maar het blijft afwachten hoe goed AI’s in staat zullen zijn om originele wetenschappelijke vragen te stellen. Kan een AI zelfs met ongebreidelde trainingsdata echt iets volledig nieuws bedenken dat ook relevant is?

Dit geldt niet alleen voor de micropaleontologie maar voor de hele wetenschap. Onze rol is door technologische ontwikkeling de afgelopen decennia gigantisch veranderd, niet alleen omdat we de beschikking hebben over veel meer rekenkracht maar ook over zoveel meer data van betere kwaliteit. Wetenschappers moeten zichzelf elke vijf tot tien jaar opnieuw uitvinden. De vraag is of AI zichzelf op creatief vlak sneller gaat uitvinden dan wijzelf. Als dat zo is, moet ik mijn geld maar gaan verdienen met het ontwikkelen van die Fossil-ObsIdentify-app.

Deel via: