Talen leren als mentaal joggen

Vreemde talen leren is gezond. Uit onderzoek weten we dat het cognitief voordelig is om tweetalig te zijn – het maakt je flexibeler, en hoewel er nog geen algemene consensus over is, zijn er aanwijzingen dat ziektes als Alzheimer hierdoor kunnen worden vertraagd.

Vanuit dit perspectief is de komst van de zogeheten grote taalmodellen op het eerste gezicht zorgwekkend. Het moment lijkt nabij dat je een oortje in kunt doen dat jou alles wat je gesprekspartner zegt laat horen, in diens eigen stem, maar dan vertaald in jouw eigen taal. Zet die ander ook een oortje in, dan kun je gesprekken voeren in alle mogelijke talen. Dan zal op zeker moment de vraag opkomen: waarom zou je als mens nog een taal leren? Wie wil er nog Duitse naamvallen stampen als ChatGPT de woorden moeiteloos verbuigt? Als iedereen permanent een automatische simultaantolk ter beschikking heeft, wie gaat dan nog naar het talenlab?

Daar zijn natuurlijk wel wat argumenten tegenin te brengen. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat mensen, in ieder geval voorlopig, en in ieder geval bij intensief en intiem contact, niet altijd afhankelijk zullen willen zijn van een techniek. Dat die techniek bovendien geld kost en het milieu zodanig belast dat ‘iedereen een oortje’ nog ver weg lijkt.

Het is ook duidelijk dat de meerderheid van de naar schatting zeven- à achtduizend talen op de wereld nog onbereikbaar is voor kunstmatige intelligentie omdat er veel te weinig gegevens over zijn. Grote taalmodellen hebben nu eenmaal veel tekst nodig om een taal te kunnen leren. De meeste talen op de wereld zijn echter eigenlijk nooit beschreven, en nooit opgeschreven. Daar staat dan wel tegenover dat die meerderheid gesproken wordt door kleine groepen mensen in gebieden als de Amazone of Nieuw-Guinea. Helaas zullen veel mensen niet speciaal geïnteresseerd zijn in contact met deze groepen.

Dat betekent dat als de technische blokkades worden weggenomen, als het laten draaien van je persoonlijke kunstmatige tolk niet meer geld, energie en water kost dan een dagelijkse espresso, er weinig argumenten zijn om nog talen te leren.

Behalve dus die gezondheid. Zoals de komst van auto en scooter zijn gaan betekenen dat mensen gaan rennen zonder dat ze per se ergens naartoe moeten, zo kan ook het leren van talen bevrijd worden van de noodzaak tot nut. Het hoeft geen Engels, of Russisch, of Chinees meer te zijn: het kan juist wel zo’n exclusieve Amazone-taal worden, of de taal van een fantasiewereld zoals Hoog-Valyrisch uit Game of Thrones, of een lang vervlogen taal zoals het Akkadisch. Wie mentaal fit wil zijn, zet iedere avond zijn oortje een half uurtje uit, en probeert zijn gedachten te uiten in een eigen taal naar keuze.

Deel via: