Wellbeing en de magie van mining
Ongeveer twintig jaar geleden besloot ik het roer om te gooien – nou ja, een beetje dan. In plaats van mijn onderzoek naar de oorzaken van emotionele en gedragsproblemen, besloot ik me te richten op een onderwerp dat toen nog weinig aandacht kreeg: geluk en geluksbeleving. Het meeste onderzoek focuste zich destijds – en nu nog steeds – op het oplossen van problemen: manieren vinden om lijden te verlichten, ongemak te verminderen en iedereen gezond te maken of te houden. Maar met mijn optimistische instelling en drang naar de toekomst en alle mogelijkheden die daarin verscholen liggen, raakte ik juist gefascineerd door degenen met wie het wél goed gaat, degenen die zich gelukkig voelen, degenen die hun weg weten te vinden in onze complexe maatschappij, degenen die zichzelf voortdurend ontdekken en met intrinsieke drive en hun volledige potentieel tot volle bloei komen.
Al snel na mijn koerswijziging kreeg ik de eerste vragen. Huh, geluk? Geluksgevoel? Kun je dat meten? En hoe dan? Is dat niet heel subjectief? Is dat wel betrouwbaar? En eerlijk gezegd krijg ik die vragen nog steeds. Het antwoord is eigenlijk simpel. Ja, je kunt geluksgevoel net zo goed meten als al het andere dat je mensen vraagt. Daarmee bedoel ik dat je geluk net zo goed kunt meten als mentale klachten, persoonlijkheid, eenzaamheid, noem maar op… Bij al die gevoelens en gedragingen baseren we ons op zelfrapportage. En dat is ook de enige juiste manier. Het gaat immers om hoe je je voelt en wat je ervaart. Er is maar één iemand die daarover kan rapporteren, en dat ben je zelf. Is dat 100% betrouwbaar en weten we dan precies wat we meten? Nee, zeker niet… maar is een MRI-scanner of een bloeddrukmeter wel 100% betrouwbaar en weten we daar precies wat we meten? Nee, maar we hebben afspraken gemaakt en werken met statistische modellen die rekening houden met meetfouten, die er in ieder onderzoek altijd zijn.
Een uitdaging bij vragenlijstonderzoek blijft echter dat de manier van vragen stellen de antwoorden kan beïnvloeden, zelfs onbewust. De titel van een vragenlijst kan al sturen, en vragen over geluk zetten mensen aan het denken, wat de spontaniteit niet altijd ten goede komt.
Daarin schuilt dan ook de kracht van AI en textmining bij het onderzoeken van geluk en welbevinden. Met textmining kunnen we geluk en welbevinden in kaart brengen zonder er expliciet naar te vragen. Door toestemming te vragen voor toegang tot social media-data, heeft een onderzoeker ineens een schat aan tekstberichten die dagen, maanden en soms jaren teruggaan in de tijd. Woorden die geschreven zijn buiten een onderzoekscontext en zonder dat de vraag ‘Hoe voel je je?’ eraan vooraf is gegaan. Woorden geschreven in goede en slechte tijden. Woorden geschreven in de zomer, winter, herfst en lente. Woorden geschreven tijdens sprankelende weekenden, vakanties en reizen. Woorden geschreven op de saaie maandagochtend na die sprankelende weekenden, vakanties en reizen.
Door AI-gebaseerde textmining toe te passen, kunnen al die woorden en teksten worden gebruikt om geluk en welbevinden te meten. En dat doen de huidige algoritmen, die voor de Nederlandse taal nog redelijk in de kinderschoenen staan, allesbehalve onverdienstelijk. Er is nog een wereld te winnen, maar de mogelijkheden zijn naar mijn idee eindeloos. Textmining zal steeds beter worden. En denk ook eens aan de volgende stappen, zoals video-mining, waarbij de woorden die mensen spreken worden aangevuld met de toon waarop ze spreken en de gezichtsuitdrukking die ze daarbij hebben.
En wat betekent dat dan voor onze maatschappij? Moeten we ons zorgen maken dat er te pas en te onpas wordt vastgesteld hoe je je voelt? Nou, nee, daar maak ik me niet direct druk om. Volgens de huidige Algemene Verordening Gegevensbescherming zijn gegevens die op internet staan van het individu. Voor onderzoek zullen we dus altijd toestemming aan de deelnemers vragen. De beschikbare, anonieme of openbaar geposte teksten en video’s op het wereldwijde web kunnen wel heel goed gebruikt worden voor het trainen van de algoritmen, waarmee we vervolgens, na toestemming, het welbevinden van een persoon kunnen voorspellen. Maar moeten we ons eigenlijk überhaupt zorgen maken als er meer ruimte komt voor vragen als: ‘Hoe voel je je? Wat houd je bezig? En wat ga je daar zelf aan doen? Zou het niet prachtig zijn als deze essentiële vragen standaard worden en als we elkaar en onszelf constant blijven bevragen om zo onszelf en onze wereld te ontdekken en ons potentieel te bundelen. De kracht van AI biedt een unieke mogelijkheid voor het opbouwen van een dergelijke samenleving. En als we dan in ‘what if this becomes a possibility/succes’-modus denken, dan moeten we in onze maatschappij dus om kunnen gaan met instant optimale matches en een zee aan uitdagende, maar uitvoerbare opportunities, alles richting optimaal, hero’s journey ipv de gemakkelijkste weg. Een maatschappij waarin het weer draait om het welbevinden van mensen, waar welbevinden voorop staat en niet als ultiem eindpunt. Een samenleving gebaseerd op wellbeing dus!