Het op grote schaal aanleggen van dijken stimuleert inwoners van kustgebieden om niet te vluchten voor de stijgende zeespiegel. Die maatregel en andere vormen van adaptatie beperken binnenlandse migratie in 2100 met 30 tot 90 procent. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van klimaatwetenschapper Lena Reimann van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Als gevolg van de zeespiegelstijging worden steeds meer laaggelegen kustgebieden deze eeuw onbewoonbaar. Om in kaart te brengen wat hiervan de gevolgen zijn voor migratiepatronen binnen landen, ontwikkelde het onderzoeksteam een model, in samenwerking met onderzoekers van de Coastal Risks and Sea-Level Rise (CRSLR) van de Duitse Universiteit van Kiel en het CUNY-instituut voor demografisch onderzoek (CIDR) van de City University of New York (CUNY).
Landen in het Middellandse Zeegebied, de regio waarop het onderzoek zich focuste, worden tegen 2100 mogelijk geconfronteerd met 20 miljoen extra binnenlandse migranten als er geen adaptatiemaatregelen worden genomen.
Grijpen beleidsmakers wél in, door in het grootste deel van het kustgebied dijken te plaatsen, dan wordt het aantal binnenlandse migranten potentieel met bijna 90 procent beperkt. “Dan voelen mensen geen prikkel om te vertrekken”, licht Reimann toe. Als alleen steden aan de kust worden voorzien van dijken, dan gaat het om een afname van zo’n 40 procent. En als alleen de drukste kustgebieden worden beschermd door dijken, dan kan het aantal binnenlandse migranten met grofweg 30 procent worden beperkt.
Meer op de site van de VU.