De TU Delft werkt al een tiental jaren aan zelfhelend beton. Dat is beton waaraan sporen van bacteriën zijn toegevoegd, plus voedingsstoffen voor die bacteriën. Sporen zijn ‘overlevingscapsules’ waarin bacteriën tot wel 100 jaar in leven kunnen blijven onder barre omstandigheden, en zonder voedsel. Onder de juiste omstandigheden ‘ontwaken’ ze weer. “De bacteriën in zelfhelend beton worden actief zodra er scheurtjes in het beton komen’, vertelt Robbert Kleerebezem, projectleider aan de TU Delft. ‘Dat is een natuurlijk degradatieproces dat de stevigheid van betonnen constructies ondermijnt. Onder invloed van vocht en met hulp van die voedingsstoffen zetten de bacteriën calcium en koolstofdioxide om in kalksteen.”

In een project werd onderzocht of in plaats van hoogwaardige polymeren, die ook elders een functie zouden kunnen hebben, polymeren uit afvalwater gebruikt kon worden als voedingsstof. Het opzuiveren van het polymeer uit restwater is een intensief en kostbaar proces. De Delftse onderzoekers wilden daarom uitproberen of je ongezuiverde polymeren ook rechtstreeks kunt toevoegen aan het beton, tijdens het mengen daarvan. “Dat blijkt niet te kunnen”, vertelt Kleerebezem, “want daarmee verliest het beton zijn stevigheid. Het uitharden van beton is een complex chemisch proces dat heel nauw steekt. Er is dus wel een voorbehandeling nodig. Daar hebben we veel informatie over verzameld: hoeveel polymeerdeeltjes kun je aan het beton toevoegen, en van welke grootte, en in welke verhoudingen, zonder dat het beton zijn stevigheid verliest?

Lees meer over het project op de site van NWO, waar het project onderddel uitmaakt van het onderzoeksprogramma ‘Gesloten Kringlopen‘.

Deel via: