Tien jaar geleden voerden Nederlandse gevangenissen een nieuw beloningssysteem in: alleen nog bij goed gedrag kunnen gedetineerden extra ‘vrijheden’ verdienen. Zoals meer bezoek en een ruimer trainingsaanbod. Promovendus Jan Maarten Elbers concludeert dat dit systeem nauwelijks aanzet tot gedragsverandering en zelfs averechts kan werken.
Gedetineerden hadden tot 2014 recht op vrijheden zoals relatief ruime bezoekregelingen en toegang tot rehabilitatiecursussen. Dat zijn bijvoorbeeld trainingen om agressie te reguleren of cursussen om de arbeidsmarktkansen te vergroten. Maar die opties veranderden in 2014 door de invoering van een nieuw beloningssysteem. Bij goed gedrag kunnen gevangenen toegang verdienen tot het Plusprogramma, met ‘beloningen’ als meer zelfstandigheid in het volgen van een opleiding, deelname aan trainingen over werk en schulden en meer bezoekmogelijkheden. Bij ongewenst gedrag blijven gedetineerden achter in het Basisprogramma met alleen de minimale wettelijk verplichte activiteiten zoals beperkt sporten.
Ruim duizend gedetineerden werkten mee aan het onderzoek
Dit ingrijpende beloningsysteem was sinds de introductie nog niet grondig geëvalueerd. Daarom onderzocht Elbers in samenwerking met de Dienst Justitiële Inrichtingen de theoretische aannames en effectiviteit in de praktijk. Ruim duizend gedetineerden uit acht gevangenissen werkten mee aan het onderzoek. ‘Dit systeem is gebaseerd op de aanname dat mogelijke beloningen aanzetten tot het naleven van de regels’, legt Elbers uit. ‘In theorie kan dat misschien werken, maar wel onder strikte voorwaarden en daar wordt nu niet aan voldaan. Mijn onderzoek laat zien dat gedetineerde personen zich vooral aan de regels houden omdat zij dat intrinsiek waardevol vinden, niet om extra activiteiten te verdienen.’
Lees het hele stuk op de site van de Universiteit Leiden