Propaganda werd vroeger verspreid via pamfletten of uitgezonden via de radio. Tegenwoordig bereikt het ons via onze smartphones en zijn de berichten afgestemd op onze voorkeuren. De manier waarop we informatie consumeren is veranderd – en daarmee ook de manier waarop we onze overtuigingen over politieke en sociale instellingen vormen. Universitair docent Adam Heschke maakt zich zorgen over wat er komen gaat.

Is het ethisch voor democratieën om publieke overtuigingen over politieke en sociale instellingen te beïnvloeden? In zijn boek Cognitive Warfare benadrukt Henschke de noodzaak om cyberoperaties, desinformatie en social engineering te begrijpen in een wereld die verzadigd is met informatie.

“Aanhoudende verhalen, propaganda en desinformatie gericht op burgers, zodat ze voornamelijk het vertrouwen in politieke en sociale instellingen verliezen, is wat ik definieer als cognitieve oorlogsvoering”, legt hij uit. “Cognitieve oorlogsvoering kan ook worden gebruikt om politieke instellingen te ondersteunen. Maar over het algemeen wordt het in verband gebracht met het beïnvloeden of verstoren van individuele en groepsovertuigingen om wantrouwen te zaaien in gerichte sociale en politieke instellingen.”

Henschke concludeert dat cognitieve oorlogsvoering gerechtvaardigd kan zijn als het het vermogen van mensen om weloverwogen beslissingen te nemen vergroot en als het politieke instellingen ondersteunt die politieke autonomie mogelijk maken.

Lees het hele stuk op de site van de UTwente.

 

Omslag boek over cognitieve oorlogsvoering
Deel via: