VUB-masterstudente Joyce Albrecht (31) vroeg zich voor haar masterproef af hoe de kinderen van gedetineerden zich bij die gevangenschap voelen. “Er is in België weinig kwalitatief empirisch onderzoek uitgevoerd over het thema”, zegt Albrecht. “We vergeten te gemakkelijk dat er niet alleen volwassenen achterblijven als mensen de gevangenis in gaan, maar dat er ook kinderen zijn die terecht komen in een situatie waar ze niet voor gekozen hebben. Ook zij ondervinden de negatieve gevolgen van de arrestatie of de detentie.”

Naar schatting 16.000 kinderen in ons land hebben een ouder die in de gevangenis zit. Die laatste officiële schatting dateert al uit 2014. Een exacte telling is er nooit gebeurd, de inschatting is gebaseerd op gegevens van de gevangenispopulatie.

“Ik keek zowel naar de effecten op sociaal, psychologisch en financieel vlak als naar de noden die ze in die situatie ervaren”, aldus Albrecht. “De meeste respondenten hadden last van het stigma en de vooroordelen als gevolg van de opsluiting van één van hun ouders. Sommigen kwamen terecht in een toestand van sociale isolatie en kregen af te rekenen met verlieservaringen als vrienden of familieleden hen de rug toekeerden. Verschillende respondenten getuigden over een traumatische ervaring, over negatieve emoties of over een gebrek aan informatie of kennis over hun ouder in de gevangenis. Soms kregen ze last van angsten of depressies.”

Meer aandacht hiervoor lijkt nodig.

Albrecht kreeg voor haar thesis met als titel De onzichtbare noden van kinderen met een gedetineerde ouder recent ook de Jeanine Segers prijs, de prijs voor de beste masterthesis in de criminologie van het jaar. De jury heeft het sociaal bewogen karakter van de masterproef geapprecieerd”, klinkt het in het juryrapport. “De laureate legt een finesse aan de dag bij het voeren van kwalitatief onderzoek naar een gevoelig onderwerp met deelnemers die vaak getekend en gekwetst zijn.”

Lees het hele artikel op de site van de VUB.

Deel via: