Keuzes maken voor een toekomstbestendige inrichting van het landschap betekent verder vooruitkijken dan we gewend zijn. Bij het maken van plannen en besluiten bij grote opgaven – op het gebied van bijvoorbeeld klimaat, biodiversiteit, woningbouw, landbouw en natuur – moeten we rekening houden met de kwaliteiten en kwetsbaarheden in het natuurlijk systeem. Daarvoor is een omslag in ons denken nodig. Een breed gedragen langetermijnvisie voor de toekomst kan helpen, zeggen onderzoekers van Wageningen University & Research.
In 2020 publiceerden medewerkers van Wageningen University & Research (WUR) een nationale toekomstvisie: Een natuurlijker toekomst voor Nederland in 2120. Die visie is positief van aard en ‘nature-based’. Dat laatste wil zeggen dat de natuurlijke omstandigheden van het land de basis vormen, en dat bij de inrichting van de ruimte is meebewogen met natuurlijke processen. Sinds die publicatie verschijnen er steeds meer van zulke toekomstvisies.
Een visie is een overkoepelend beeld voor de toekomst. Het is een levendig en beeldend verhaal, dat in grote lijnen schetst hoe bijvoorbeeld een stad, regio of land er voor volgende generaties uit kan zien. Het vormt een stip op de horizon: niet ‘zo gaat het worden’, maar: ‘waar willen we naartoe?’
In een boeiende longread op de site van de Wageningen Universiteit worden drie redenen voor zo’n visie uitgewerkt: een overkoepelende visie prikkelt en agendeert; een visie overstijgt huidige problemen en denkkaders; het proces van visievorming verbindt domeinen en termijnen.
Lees verder op de site van de WUR.