Kinderen hebben voor hun ontwikkeling behoeften waar de leerkracht niet altijd aan kan voldoen. Een voorbeeld is fysiek contact. Als er een hond in de klas is die ze kunnen aaien of knuffelen, wordt wel aan deze behoefte tegemoetgekomen en dat kan de leerprestaties en sociaal-emotionele ontwikkeling stimuleren. Promovenda Riki Verhoeven van de vakgroep Antrozoölogie (de studie van mens-dierinteracties) van de faculteit Psychologie van de Open Universiteit deed onderzoek naar het effect van de interactie tussen basisschoolleerlingen en een hond. Daaruit blijkt dat interactie met een hond bij basisschoolleerlingen kan leiden tot meer zelfvertrouwen, een betere werkhouding en betere relaties met de leraar en andere kinderen.
Op één na alle onderzochte sociaal-emotionele vaardigheden en sociale gedragingen namen significant toe bij de kinderen in de experimentele groep in vergelijking met de controlegroep. De enige uitzondering was het maken van oogcontact.
Een mogelijke verklaring is – uitgaande van de principes van de zelfdeterminatietheorie – dat hun intrinsieke motivatie op school toeneemt door met een hond te spelen en te communiceren. Spelen gaat gepaard met plezier, meer welzijn en nieuwsgierigheid: kinderen willen uit zichzelf nieuwe dingen ontdekken en leren. Ook een gevoel van autonomie en relaties met anderen tijdens de trainingssessies kunnen de gunstige effecten verklaren.
Lees het volledige bericht op de site van de Open Universiteit.