‘Een politiek van de dood’, zo zou je volgens promovenda Eva van Gemert (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences) het Europese migratiebeleid kunnen noemen. Toch doet de Europese Unie een beroep op Europese humanitaire waarden om mensenlevens te redden. In haar proefschrift laat ze zien hoe die ogenschijnlijke tegenstelling samen kan gaan. Hiervoor kijkt Van Gemert naar de periode van 2015-2020 toen de EU een migratiecrisis uitriep.
“In mijn proefschrift begin ik met het verhaal van baby Sophia. Zij werd in 2015 geboren op een van de schepen van een Europese reddingsmissie, die haar moeder vlak daarvoor had gered van de verdrinkingsdood in de Middellandse Zee. Een paar maanden daarvoor vergingen twee boten en verdronken bijna 900 migranten in korte tijd. Hoewel de schipbreuken niet uitzonderlijk zijn, werd dat moment door de EU aangegrepen om een migratiecrisis uit te roepen. Dat gebeurde op een specifieke manier: door een beroep te doen op de humanitaire waarden van Europa. Tegelijkertijd werd Europa’s politiek van de dood gewoon voortgezet. Als onderzoeker vind ik het interessant om te zien wat er dan gebeurt en wat we hiervan kunnen leren over Europa.”
“Ik stel in mijn proefschrift de vraag hoe, wat ik ‘de politiek van de dood’ noem, en humanitarisme naast elkaar kunnen bestaan, en elkaar kunnen versterken. Tijdens mijn onderzoek bij Operation Sophia werd continu een appel gedaan op liberale waarden en de mensenrechten waar Europa zoveel waarde aan hecht. Zo van: ‘wij Europeanen kunnen het toch niet over ons hart verkrijgen dat er zoveel mensen verdrinken’. Deze verbeelding van Europese humaniteit komt in alle casussen terug. Europese humaniteit is een tegenstelling, want als je uitgaat van een universeel idee van mensheid, kan dat niet Europees zijn. Dat is de spanning, want Europa doet een universele claim op compassie, en past dat tegelijkertijd selectief en gewelddadig toe.”
“Dit is in de eerste plaats een proefschrift voor witte mensen. Ik denk dat witheid een veelkoppig monster is dat continu van alle kanten aangevallen moet worden. Het is belangrijk voor witte mensen om te zien dat zij niet onschuldig zijn, maar medeplichtig worden gemaakt aan het witte geweld, zelfs als ze dat niet willen. Dan wordt ook verzet mogelijk.”
Lees het hele stuk op de site van de Erasmus Universiteit Rotterdam.