Een broodje sprinkhaan of krekel-saté. Volgens hoogleraar entomologie Marcel Dicke – die met pensioen gaat – zullen gerechten met insecten in de toekomst vaker op ons menu staan als duurzaam alternatief voor vlees. “Als we meer insecten eten en ook hun uitwerpselen gebruiken als meststof, dragen we bij aan het behoud van biodiversiteit en voedselzekerheid”, zegt hij.
Na zijn studie aan de Universiteit Leiden verhuisde Marcel Dicke naar Wageningen om onderzoek te doen naar de chemische ecologie: de rol van geurstoffen in interacties tussen mijten en planten. Tijdens zijn promotieonderzoek deed hij een baanbrekende ontdekking: planten ‘roepen om hulp’ als ze worden aangevreten door plantenetende spintmijten. Bonenplanten scheiden dan een complex geurmengsel af dat roofmijten aantrekt – de natuurlijke vijanden van spintmijten. Dicke was de eerste onderzoeker die deze bevinding publiceerde, maar de reacties uit de wetenschappelijke wereld waren aanvankelijk sceptisch. “Men dacht dat planten dat helemaal niet konden”, herinnert hij zich. Dicke liet zich hierdoor niet uit het veld slaan. “Ik bleef vragen van collega-wetenschappers beantwoorden en nieuwe experimenten uitvoeren. De resultaten waren duidelijk: planten kunnen wél om hulp roepen. Dat proces, waarbij ik steeds opnieuw vragen kreeg en die beantwoordde met onderzoek heeft mij gescherpt als wetenschapper. Als mensen ergens niet in geloven, zet ik juist een tandje bij om te laten zien wat mogelijk is.”
Tegenwoordig breekt Dicke een lans voor insecten als voeding. De productie van insecten als bron van dierlijke eiwitten is veel duurzamer dan normale vleesproductie. Insecten hebben een fractie van de ruimte en grondstoffen nodig vergeleken met vee, zoals runderen en varkens. Vliegenlarven kunnen bijvoorbeeld groeien op reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie. Bovendien stoot insectenproductie veel minder broeikasgassen uit per kg product dan vlees. Ook hun afval is waardevol. “De uitwerpselen en vervellingshuidjes van insecten bevatten veel stikstof en verbeteren de bodemkwaliteit”, legt Dicke uit. “Ze stimuleren de microbiële samenstelling van de bodem, bevorderen plantengroei en bestuiving en maken planten weerbaarder tegen ziekten en plagen. Door insecten te kweken als eiwitbron kunnen we ons voedselsysteem verduurzamen via een circulaire aanpak.” Volgens Dicke biedt dit perspectief voor een wereld waarin duurzaamheid en voedselzekerheid hand in hand gaan.
Om insecten een serieuze rol te laten spelen in de voedselketen is meer nodig dan alleen een gedragsverandering van de consument. Het landbouwsysteem moet ook anders worden ingericht. Volgens Dicke is er nog veel onderzoek nodig op dit gebied. “Zo is het nog een jonge industrie. En de kostprijs van insecten voor diervoeder ligt nu op hetzelfde niveau als vismeel, maar is hoger dan die van soja. Innovaties en schaalvergroting kunnen de kostprijs verlagen.”
Lees het hele interview op de site van de WUR.