In de achttiende eeuw wemelde het Franse koloniale rijk van de protectionistische wetten. Desondanks speelden zakenlieden uit de Republiek een belangrijke rol in de Franse economie, en daarmee in het koloniale systeem. Promovenda Tessa de Boer zocht uit hoe dit zat.

In de achttiende eeuw varen veel Europese landen een protectionistische koers. Frankrijk is daarop geen uitzondering. ‘Ze wilden dat hun eigen schepen en eigen kooplieden de eerste rechten hadden’, legt de Boer uit. ‘Officieel mochten alleen zij handelen in de koloniën, maar uit de bronnen die we hebben, blijkt dat er overal buitenlanders zitten, ook uit de Republiek. Ik heb uitgezocht hoe dat kon.’ Ze onderscheidt daarbij drie manieren waarop mensen uit de Republiek bijdragen aan de Franse koloniale handel: ze verkopen de producten die Frankrijk uit de koloniën haalt door,  drijven zelf handel in de koloniale gebieden of ze financieren Franse handelaars en koloniale overheden. ‘Alleen die tweede vorm was verboden’, zegt De Boer.

‘In Parijs ligt een archief van staatsobligaties’, vertelt De Boer. ‘Ik heb daar maar een heel klein deel van doorgenomen, waarin ik bijna zeshonderd Nederlanders heb gevonden, die allemaal hebben geïnvesteerd in de Franse staatsschuld en daarmee het koloniale rijk hebben gefinancierd.’

Lees het hele bericht op de site van de Universiteit Leiden.

Franse Republique in 1880
Deel via: