In de zoektocht naar volwaardige alternatieven voor fossiele grondstoffen gebruiken onderzoekers van KU Leuven plantenresten (‘biomassa’) om klimaatvriendelijke producten te ontwikkelen. Ze openen een nieuwe pilotfaciliteit ‘Biocon’ om de technologie klaar te stomen voor industrieel gebruik.
In 2022 opende KU Leuven officieel TRANSfarm, een nieuw onderzoekscentrum met als doel om innovaties in de bio-economie en biotechnologie door te ontwikkelen en zo sneller naar de praktijk te brengen. Het biedt sinds kort ook plaats aan de Biocon-reactor: een bioraffinaderij die niet werkt op aardolie, maar wel op plantenresten. De reactor zet het plantaardig materiaal om in chemische moleculen, die als grondstof kunnen dienen voor allerlei biogebaseerde materialen en andere toepassingen.
Onderzoeksmanager Sander Van den Bosch: “In plaats van koolstof te halen uit aardolie, doen wij dat uit biomassa. Denk aan maïskolven, stro, zaagsel … of ander plantaardig restmateriaal uit de landbouw of de hout- en voedingsindustrie. In tegenstelling tot aardolie is biomassa wel hernieuwbaar en in voldoende hoeveelheden beschikbaar.”
“In het labo kunnen we wel aantonen dat het proces werkt, maar dan gaat het slechts om een paar gram”, duidt professor Bert Sels, hoofd van het Centrum voor Duurzame Processen en Katalyse. “Met de nieuwe, grotere opstelling gaan we van grammen naar kilo’s. Zo kunnen we aantonen dat ons onderzoek in het labo ook uitvoerbaar is op industriële schaal en kunnen we meer partners betrekken om testen uit te voeren.”