Mijn hypothese is dat we cognitief afhankelijk zijn van de stilistische conventies van de cultuur waarin we opgroeien en dat dat een evolutionaire oorsprong heeft. Het idee is dit (in het kort): hoe groter een samenleving, hoe complexer de verdeling van arbeid en de instituties en organisaties zullen zijn.  Om complexe verdeling van taken, rollen, beroepen, rangen, standen, clans en groepen te kunnen coördineren maken we — vaak impliciet en soms expliciet — gebruik van signalen, tekens en ‘scripts’ (d.w.z. standaard manieren om bepaalde interacties uit te voeren). Dat zijn stilistische conventies. Die lijken triviaal, maar in feite zijn ze onmisbaar.

Lees het antwoord van Marc Slors, hoogleraar cognitiefilosofie aan de Radboud Universiteit, op ‘De jaarlijkse vraag’.

Deel via: