De oceanen zijn onze klimaatbuffer: ze hebben al zo’n 40 procent van alle uitgestoten kooldioxide opgenomen en 90 procent van de warmte van klimaatverandering. Dat blijft niet zonder gevolgen.
In zee reageert kooldioxide met water tot koolzuur, waarbij het water verzuurt. Daardoor krijgen soorten die hun skelet van kalk bouwen het moeilijk. “Een verzuurde, warme oceaan betekent minder kalkvormend plankton”, vertelt Katja Peijnenburg, evolutiebioloog bij Naturalis Biodiversity Center. “Plankton staat aan de basis van de voedselketen, dus dat betekent minder voedsel voor iedereen.”
In veel opzichten is de klimaatverandering aan het einde Perm onvergelijkbaar met wat nu gebeurt. “Onze jaarlijkse uitstoot van kooldioxide zit met 35 miljard ton in dezelfde orde van grootte als het vulkanisme aan het einde van het Perm”, vertelt Van de Schootbrugge. “Maar wij staan pas aan het begin van een klimaatverandering.” De tijdsschaal is bovendien veel korter dan de einde-Perm-extinctie. “De snelheid waarmee veranderingen plaatsvinden, is ongekend”, stelt bioloog Peijnenburg. “Er is geen evenknie in het geologisch verleden.”
Lees verder op de site van Kennislink.