Hoogleraar John Einmahl nam op 8 september afscheid van Tilburg University. Als wiskundige op een campus vol economen, juristen, psychologen en sociologen deed hij tientallen jaren onderzoek naar de zogeheten extreme waardentheorie: de wiskunde van het uitzonderlijke.

Sommige van Einmahls onderzoeken hebben wereldwijd de kranten gehaald, zoals zijn berekeningen van de maximale leeftijd die de mens kan bereiken (120 jaar, dan houdt het wel op) of de snelst mogelijke tijd op de 100 meter sprint (9.36 seconden, nog iets sneller dan het huidige record).”Ik heb flink wat hits gehad”, zegt hij daar zelf met een glimlach over. “Maar het is niet mijn belangrijkste werk. Er zit relatief weinig nieuwe wiskunde in.”

Nieuwe wiskunde, zegt u. Wat betekent dat?

“In de kansrekening en de statistiek, waar ik me veel mee bezighoud, neem je vaak bestaande data als uitgangspunt en ga je daarmee aan de slag. Maar je kunt ook zonder data uitzoeken hoe iets zit, op een theoretische manier. Dat bedoel ik met nieuwe wiskunde: zelf een wiskundige stelling bedenken en die bewijzen. Aan zo’n stelling zijn allemaal voorwaarden verbonden die moeten gelden, dus daar ga je dan aan werken. En dan kom je er niet uit, dan lukt het niet en vraag je je af: komt het doordat ik niet slim genoeg ben, of is de stelling niet waar? Zo blijf je zoeken naar de juiste voorwaarden tot het je lukt om de stelling te bewijzen. Dat is waar ik het grootste deel van mijn tijd aan besteed, en wat ik het liefste doe.”

Lees het hele interview op de site van Tilburg University, over het belang van wiskunde, de toepassingen ervan, en extreme waardentheorie.

 

Deel via: