Om het risico op vallen bij ouderen te verminderen moeten zorgverleners beter bewust zijn van de risico’s van zogenaamde niet-kwaadaardige duizeligheid. Deze aandoening, genaamd BPPV, wordt nog onvoldoende herkend bij ouderen en dat kan ernstige gevolgen hebben, zo blijkt uit onderzoek van Universiteit Hasselt in samenwerking met Ziekenhuis Oost-Limburg en Universiteit Maastricht. Nochtans is BPPV eenvoudig te genezen, waardoor de levenskwaliteit van ouderen verbetert en het risico op vallen kleiner wordt.
Bij BPPV, dat staat voor Benigne Paroxismale Positionerings Vertigo, krijgen personen plots het gevoel alsof de hele kamer rondom hen draait. Een plotse intense duizeligheid, die veroorzaakt wordt door een verstoring in het evenwichtsorgaan. “Tenminste, dat is het meest voorkomende symptoom van BPPV bij personen jonger dan 65 jaar. Artsen zullen die ‘kamer zien draaien’ bij hen dan ook al snel herkennen en de diagnose van BPPV bij de patiënt stellen. Maar uit onderzoek blijkt dat 65-plussers met BPPV die intense duizeligheid vaak minder of soms zelfs helemaal niet ervaren. Hun klachten zijn vaker veel vager, zoals een algemeen gevoel van instabiliteit, waardoor de diagnose van BPPV bij ouderen vaak helemaal gemist wordt en het bij hen veel langer duurt om de juiste behandeling te krijgen”, zegt prof. dr. Joke Spildooren van de faculteit Revalidatiewetenschappen van UHasselt.
Lees het hele bericht op de site van UHasselt.