In het boek Climate Obstruction across Europe, door Robert J. Brulle en J. Timmons Roberts, wordt een uitgebreid beeld geschetst van de georganiseerde inspanningen die klimaatmaatregelen in Europa tegenwerken. Ondanks tientallen jaren van pogingen om klimaatverandering aan te pakken, zijn de wereldwijde broeikasgasemissies niet afgenomen. Europa, hoewel beschouwd als een leider in klimaatmaatregelen, kampt met tegenstanders die de vooruitgang actief belemmeren.

In de inleiding, “The First Portrait of Climate Obstruction across Europe”, wordt benadrukt dat er een goed georganiseerde verband bestaat, geleid door bedrijven en hun brancheorganisaties, die systematisch klimaatmaatregelen vertragen. Een dergelijk fenomeen is goed gedocumenteerd in de Verenigde Staten, maar in Europa krijgt het nu pas aandacht. Europese obstructie vindt plaats in verschillende sectoren, waaronder landbouw, transport, kolen en nutsbedrijven. Conservatieve denktanks spelen een belangrijke rol bij het verspreiden van wetenschappelijke desinformatie en het ondermijnen van hernieuwbare energie.

Het boek  onderzoekt klimaatobstructie in elf Europese landen en de Europese Unie. Deze casestudies tonen aan dat gevestigde belangen significant verschillen per land en regio. Nationale industrieën en hun brancheorganisaties vertragen klimaatmaatregelen zelfs in de ‘groenste’ landen.

Belangrijke inzichten uit deze onderzoeken laten zien dat de Europese Unie, ondanks haar ambitieuze klimaatdoelen, worstelt met inconsistente en onvoldoende inspanningen. Economische crises, oorlogen en politieke krachten zoals autoritarisme bedreigen de vooruitgang. Industriële lobbyisten benutten vaak een tweede kans om actie te vertragen door inspanningen in Brussel, de thuisbasis van de Europese Commissie, te ondermijnen.

Het boek roept op tot meer transparantie over de georganiseerde belangen die betrokken zijn bij het belemmeren van klimaatbeleid, evenals een beter begrip van de strategieën en tactieken die zij gebruiken. Dit is essentieel om effectievere maatregelen te kunnen nemen tegen klimaatverandering. De auteurs hopen dat hun werk bijdraagt aan een beter gecoördineerde onderzoeksinspanning en beleidsvorming die in staat is om de barrières voor adequate en effectieve klimaatactie weg te nemen.

Hoofdstuk over Nederland

In het hoofdstuk “Climate obstruction in the Netherlands” beschrijven Martijn Duineveld, Guus Dix, Gertjan Plets en Vatan Hüzeyir de systemische obstructie van Nederlandse klimaatbeleid sinds de jaren 1980. Ondanks vroege betrokkenheid bij klimaatkwesties en een initiërende rol in internationale klimaatacties, heeft Nederland moeite gehad om duurzame vooruitgang te boeken bij de reductie van broeikasgasemissies.

Historische Achtergrond

In de jaren 1980 begon Nederland serieus aandacht te besteden aan klimaatverandering, vooral door toedoen van milieuminister Ed Nijpels, die internationale conferenties leidde om CO2-emissies te verminderen. Echter, deze inspanningen werden al snel tegengewerkt door een coalitie van industrie en delen van het staatsapparaat. De chemische industrie en andere grote vervuilers, ondersteund door het Ministerie van Economische Zaken, begonnen sceptische argumenten te promoten en lobbyden krachtig tegen regulerende maatregelen zoals een energiebelasting.

Strategische obstructie

Er zijn drie belangrijke vormen van strategische klimaatobstructie in Nederland: ontkenning en twijfel zaaien, discursieve kaders die gunstig zijn voor de fossiele industrie, en intensieve lobby- en netwerkcampagnes.

  1. Ontkenning en twijfel: Nederlandse klimaatontkenners zoals Frits Böttcher en later Guus Berkhout, gefinancierd door de fossiele industrie, hebben actief desinformatie verspreid over klimaatverandering. Zij gebruikten argumenten zoals “CO2 is goed voor planten” en betwijfelden de invloed van menselijke activiteiten op de opwarming van de aarde. Deze campagnes beïnvloedden het publieke debat en politieke beslissingen aanzienlijk.
  2. Framende verhalen: Grote bedrijven zoals Shell hebben hun publieke communicatie aangepast om klimaatverandering niet langer te ontkennen, maar in plaats daarvan vertragingstactieken te gebruiken. Ze promoten technologische oplossingen die vaak nog niet bewezen zijn en schuiven de verantwoordelijkheid voor emissiereductie af op consumenten en toekomstige technologieën. Dit staat bekend als ‘greenwashing’.
  3. Lobby- en netwerkcampagnes: De nauwe banden tussen de industrie en de overheid stellen bedrijven in staat om wetgeving te beïnvloeden. Lobbygroepen zoals VNO-NCW en informele netwerken zoals ABDUP en PHAUSD hebben succesvol regulerende maatregelen geblokkeerd door direct toegang tot politieke besluitvormers te hebben.

Systemische obstructie

Naast strategische obstructie is er ook sprake van systemische obstructie, die diep verankerd is in de Nederlandse bestuursstructuur en de historische afhankelijkheid van de fossiele industrie. Het ‘poldermodel’, waarbij verschillende belanghebbenden buiten het parlement om onderhandelen, heeft geleid tot een klimaatbeleid dat vaak de voorkeuren van de industrie weerspiegelt. De hechte banden tussen de overheid en bedrijven zoals KLM en Shell hebben ervoor gezorgd dat de belangen van deze bedrijven zwaar wegen in het beleid.

Conclusie en aanbevelingen

Het hoofdstuk concludeert dat zowel strategische als systematische obstructie serieuze hindernissen vormen voor effectief klimaatbeleid in Nederland. Vooruitgang vereist een voortdurende analyse van, en tegenmaatregelen voor, deze obstructiepraktijken. Onderzoekers moeten blijven onderzoeken hoe industrieën en lobbygroepen werken om striktere regelgeving te voorkomen, en hoe maatschappelijke actoren zoals burgerinitiatieven effectief kunnen reageren om duurzame verandering te bewerkstelligen.

Olie en gas in Nederland. Beeld: TNO
Deel via: