Landen die veel geld verdienen aan olie, kolen, mineralen en ander natuurlijk kapitaal investeren dat lang niet altijd verstandig. Veel geld vloeit weg naar corruptie en niet-duurzame investeringen. Door duurzamer te investeren in onderwijs, gezondheid en infrastructuur zouden binnen deze landen niet alleen huidige, maar ook toekomstige generaties profiteren. Charan van Krevel onderzocht waarom het toch nog vaak fout gaat.

Uit het onderzoek van Van Krevel blijkt dat in landen met veel natuurlijk kapitaal die slechte investeringen doen niet ‘gewoon’ apathie of aversie ten opzichte van duurzame ontwikkelingen bestaat, maar dat er systematische, economische en institutionele factoren zijn die dit beleidsfalen veroorzaken. In zijn onderzoek kijkt Van Krevel naar de oorzaken van de gebrekkige investeringen in de toekomst. Hij vindt bewijs dat (internationale) bedrijven winst afromen zodat er weinig over blijft om mee te investeren. Corruptie zit hem dus niet alleen op overheidsniveau, maar ook in de deals met het bedrijfsleven.

Goede voorbeelden

“Noorwegen richtte met de winst uit natuurlijk kapitaal een fonds op waar politici niet of nauwelijks bij kunnen. De rente daarvan wordt geïnvesteerd in gratis onderwijs, goede bibliotheken en meer zaken die de bevolking ten goede komen. Ook Botswana maakte goede investeringen met geld uit mijnbouw, en is relatief gezien behoorlijk welvarend geworden. Het politieke klimaat en afkeer van het koloniale verleden zorgden voor slimme keuzes. (…) Met democratisch zeggenschap vergroot je de kans op duurzame ontwikkeling aanzienlijk.”

Deel via: