We kunnen mensen vaak, ook als het donker is, herkennen aan hun loopje. Maar: we weten meestal niet waar we dat aan zien. Emeritus hoogleraar NeuroMechanica Bert Otten en Mickey Wiedemeijer, MSc ontwikkelden een methode waarmee zij loopjes kunnen analyseren. De methode is zo verfijnd en zo uniek dat ze er misdaden mee oplossen. Op basis van een loopanalyse kon een verdachte van brandstichting in Harlingen worden aangehouden, waarna er meer bewijs gevonden werd. Een bekentenis volgde.

Otten en Wiedemeijer vergelijken video-opnamen van een plaats delict met opnames van een verdachte. Ze analyseren het looppatroon van beide videosets en berekenen dan de kans dat het dezelfde persoon is met behulp van Bayesiaanse statistiek. Heel kort: dat is de statistische kans dat ze de loopovereenkomst vinden, aangenomen dat het dezelfde persoon is, gedeeld door de kans op overeenkomst als aangenomen wordt dat het niet dezelfde persoon is.

Het looppatroon wordt geanalyseerd op basis van twintig verschillende kenmerken, zoals de stand van de knieën en de voeten. Vervolgens vergelijken ze die kenmerken met een grote database gebaseerd op video-opnamen op straat om zo te kijken hoe ‘bijzonder’ een loopje is. Daarbij wordt ook heel specifiek gekeken naar de samenhang van die kenmerken: x-benen komen redelijk vaak voor, en voeten die naar buiten staan ook, maar die twee samen in één looppatroon, dat is zeldzaam. Wanneer een loopje heel bijzonder is, stijgt de kans dat het inderdaad om dezelfde persoon gaat.

Bewegingswetenschappen lijkt een belangrijke aanvulling te zijn binnen het forensische veld. Officiers van justitie, advocaten en politie weten het tweetal regelmatig te vinden, ook voor andere bewegingsanalyses, zoals het herkennen van fietsende mensen, wapenoverdrachten en valpartijen.

Lees het hele verhaal op de site van de RUG.

 

 

Beeld: RUG.
Deel via: