Pippi Langkous viert dit jaar haar tachtigste verjaardag. Ooit werd ze als een sensatie gezien, omdat ze als stoer en sterk meisje het stereotiepe beeld van vrouwen omverwierp. Maar door de mannelijke norm die haar stoere gedrag en fysieke kracht uitdragen, hielp ze niet echt mee bij de emancipatie van de vrouw. Sara Van den Bossche is kenner van jeugdliteratuur en -films en van stereotiepe uitingen daarin. De mannelijke, witte norm is nog steeds erg dominant in de kunsten, stelt zij.

Van den Bossche deed haar promotieonderzoek naar de ontvangst en canonisering van de boeken van Astrid Lindgren. “Pippi was een kakelbont meisje dat geassocieerd wordt met mannelijkheid: sterk, stoer en onafhankelijk; daarmee past ze in de traditie van jeugdliteratuur over ‘tomboys’. Lindgren contrasteerde haar met de brave Annika, die erg gehoorzaam was, nette kleren droeg en voorzichtig was. Er is natuurlijk niks mis met het neerzetten van meisjes als zachtaardig, maar het moet geen dwingend patroon worden.”

“Bovendien heb ik moeite met de verheerlijking van dat beeld van een meisje dat zich meer gedraagt als jongen, dat handelt volgens mannelijke normen. En in het laatste deel van Pippi, over TakaTuka-land, komen ook nog eens een hoop racistische en kolonialistische vooroordelen aan bod.

Lees het hele bericht op de site van Tilburg University.

Pippi Langkous in Nederland in 1972
Pippie Langkous in Nederland in 1972.
Deel via: