Ze was de eerste vrouw die Juridisch Adviseur werd op het ministerie van Buitenlandse Zaken, de hoogste internationaalrechtelijke ambtenaar van het departement. Daar genoot ze van het onderhandelen op mondiaal niveau. Nu als rechter bij het Zeerecht tribunaal in Hamburg wordt ze geacht boven de partijen te staan. Maar ook dit is werk in een internationaal-juridische setting. Als bijzonder hoogleraar Practice of International Law probeert Liesbeth Lijnzaad studenten de kneepjes van het vak bij te brengen. Een gesprek over het geheim van succesvol onderhandelen, een feministische benadering van het internationaal recht en scouting.

Drieëntwintig jaar werkte Liesbeth Lijnzaad bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) waarvan 11 jaar als Juridisch Adviseur, hoofd van de afdeling internationaal recht. Een dynamische tijd, met talloze onderhandelingen en eindeloos veel reizen. Verslavend werk, vooral het onderhandelen vond ze ongelofelijk leuk. “Een van mijn expertises is het oorlogsrecht, dat is nog een echte mannenwereld. Veel vergaderzalen zijn zo opgesteld dat elke staat een tafel met een naambordje en twee stoelen heeft, voor mij en een delegatielid. Achter ons staan twee lege stoelen, die gebruikt worden door leden van andere delegaties om eens een praatje te komen maken. Dan leun je wat achterover en dan fluistert een afgevaardigde van een ander staat je in wat ie ervan vindt en kun je met een ander oog volgen wat er in de zaal gebeurt. Heel vaak kwam daar iemand  zitten die een gesprek begon met de meneer naast mij om een deal te doen, waarop deze zei: ‘Je moet bij haar zijn, zij is de delegatieleider.’ Daar kon ik van genieten”, zegt ze breed glimlachend. “Er ligt nog een plan om mijn autobiografie te schrijven, de titel heb ik al: ‘Onderhandelen in een bloemetjesjurk’.”

Lees het interview met Liesbeth Lijnzaad (door Annelotte Huiskens) verder op de site van Maastricht University.

Deel via: