Planten die zijn geïnfecteerd met een waterschimmel beïnvloeden de bacteriën in de bodem dusdanig dat die op hun beurt de volgende generatie planten tegen dezelfde ziekteverwekker beschermen. Opmerkelijk genoeg lijkt de onderdrukking van de ziekte door de bacteriën juist plaats te vinden op de stengel en de bladeren van de plant. Dat schrijven plantonderzoekers van de Universiteit Utrecht in het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift Nature Microbiology. De nieuwe kennis biedt zicht op minder afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen.
De wisselwerking tussen planten en bodemorganismen gaat verder dan gedacht. “De bacteriën in de bodem zijn belangrijk voor de gezondheid van planten”, zegt onderzoeker Roeland Berendsen, verbonden aan de Universiteit Utrecht. “Dat zien we bijvoorbeeld als de laboratoriumplant Arabidopsis thaliana, ofwel de zandraket, is geïnfecteerd met een ziekteverwekkende waterschimmel genaamd valse meeldauw. De plant scheidt dan stofjes uit om een zeer specifieke set van probiotica aan te trekken, gunstige bodembacteriën.” Daarmee koopt de plant als het ware zijn eigen bescherming. Planten rekruteren deze bacteriën uit de bodem, waarna de bacteriën toenemen op de bladeren en de ziekte onderdrukken.
Lees het hele artikel op de site van de UU.