Tussen 2010 en 2020 steeg het ziekteverzuim onder huisartsen van 3,2% naar 5,6%. Dat is hoger dan het gemiddelde van 4,9% voor alle economische sectoren samen. Met name burn-out speelt bij die toename een rol. Huisarts Nico Verhoef onderzocht welke factoren invloed hebben op het ontstaan van burn-out onder huisartsen en wat voor hen de belangrijkste gevolgen daarvan zijn.
Het proefschrift, dat is toegespitst op drie verschillende onderzoeksvragen, wijst erop dat werkdruk en indirecte patiëntenzorg (managementtaken, zoals administratie e.d.) belangrijke factoren zijn die het ontstaan van burn-out beïnvloeden. De kans op burn-out neemt af wanneer huisartsen meer samenwerken en zich vooral richten op het werken met patiënten. Bij al deze aspecten speelt ook een rol hoeveel stress iemand ervaart in de werk-privésfeer.
Uit het onderzoek blijkt daarnaast dat met name emotionele uitputting bij huisartsen leidt tot absenteïsme (ziek en niet aan het werk) en presenteïsme (ziek en wel aan het werk) bij een burn-out. Absenteïsme wordt beschouwd als een opkomend probleem binnen de eerstelijnsgezondheidszorg. Presenteïsme leidt tot verminderde kwaliteit van zorg. Niet alleen de kans op medische fouten neemt toe, maar ook de daarmee gepaard gaande tuchtrechtelijke procedures.
Lees het hele bericht op de site van de Open Universiteit.