Een interview met plastisch chirurg en professor Phillip Blondeel (Gent) over zijn onderzoek naar tissue engineering. 

“We maken het nieuwe weefsel op basis van stamcellen van de patiënt. We gebruiken stamcellen omdat die twee bijzondere eigenschappen hebben. De stamcellen kunnen zichzelf vernieuwen en ze kunnen uitgroeien tot talloze specifieke cellen zoals een spiercel, huidcel of vetcel.

We oogsten de stamcellen bewust bij de patiënt in plaats van ze aan te kopen. Dat doen we door ze te isoleren uit de vetlaag. Er zit veel potentieel in ons vet, dat is vaak een geruststellende gedachte (lacht).

In ons labo gaan we daarna aan de slag met de stamcellen om er weefsel mee te 3D-bioprinten. Dat gebeurt in een vloeibare matrix, een soort gel die we ontwikkelden. Zo proberen we een identieke kopie te bouwen van bijvoorbeeld een stukje vet, huid of ander weefsel van de patiënt.”

Waarom wordt de techniek nog niet in de praktijk toegepast?

“In één woord: doorbloeding. Dat is vandaag nog het grote struikelblok. Momenteel kunnen we maar enkele kubieke centimeters menselijk weefsel printen omdat we nog geen doorbloeding kunnen verwezenlijken. En omdat door het geprinte weefsel geen bloedvaten lopen, sterven grotere stukken weefsel direct af.”

Lees het hele interview op de site van UGent.

Bioprinter. Beeld: UGent.
Deel via: