Weldra zijn we met twee miljard internationale vakantiegangers. Hoe behoeden we de toeristische trekpleisters voor een totale overrompeling? Toerisme-experts Jan van der Borg en Bart Neuts bespreken in een longread op de site van KU Leuven de do’s-and-don’ts van duurzaam toerisme.
Het verdienmodel voor het toerisme in de jaren zestig van de vorige eeuw was eenvoudig, zegt Van der Borg: “Hoe meer klanten, hoe beter. Ongeacht de kwaliteit. Door de enorme vraag was succes verzekerd, en dus werd het model lustig gekopieerd, van Brighton naar Knokke, van Knokke naar Torremolinos … En zo stonden we al snel allemaal in de file in Lyon. Aan dat verdienmodel is eigenlijk nooit meer iets fundamenteel veranderd. Nochtans maakte het nadeel dat erin ingebakken zat – te veel druk op bepaalde plekken in bepaalde periodes – het intrinsiek ‘on-duurzaam’.”
Maar er zit een bovengrens aan toerisme, zoals Amsterdam ervaarde. “Spreiden is lange tijd zowat de heilige graal geweest in het toerismebeleid”, zegt Bart Neuts. Maar goed spreiden moet je leren.