In dit artikel analyseer ik of het Amerikaanse imago van Anne Frank overeenkomt met haar zelfbeeld [1]  zoals ze dat weergaf in het boek ‘Het Achterhuis’. Omdat er weinig overeenkomsten zijn tussen die twee, concludeer ik dat het Amerikaanse beeld van Anne Frank een mythe is geworden.

Wat deed u toen u dertien was? In 2007, toen ik van deze leeftijd was, reisde ik voor het eerst met een vliegtuig, ging ik net naar de middelbare school en speelde ik thuis nog met Barbies. Er waren echter tijden dat kinderen in Nederland niet zo vrij en gelukkig waren. Iemand die op haar dertiende niet kon reizen of überhaupt naar school kon gaan, was Anne Frank.

Anne was een Duits-Nederlands meisje dat beroemd werd door haar levensverhaal ‘Het Achterhuis’; dat na haar dood in 1947 werd gepubliceerd door haar vader Otto Frank als enig overlevend familielid van de familie Frank na de Holocaust. Toen Anne op haar dertiende verjaardag een dagboek kreeg, dook de familie Frank slechts enige tijd later onder, op 6 juli 1942, in het Achterhuis (‘Wie was Anne Frank’, z.d.). In dit dagboek schreef Anne over haar leven als ondergedoken Jood. In 1944 werd het achterhuis ontdekt door de Gestapo, de familie werd gearresteerd en opgesplitst in verschillende concentratiekampen. In februari 1945 stierf Anne aan tyfus in concentratiekamp Bergen-Belsen.

Tegenwoordig staat Anne Frank bekend om haar nalatenschap, waarin ze wordt geprezen als een ‘universeel symbool van tolerantie, kracht en hoop in het aangezicht van tegenspoed (Anne Frank Center USA, z.d.). Na haar publicatie en beroemdheid werden er een museum, een standbeeld, een stichting en een prijs in haar naam opgericht. Anne werd een icoon, een inspiratiebron als voorvechter van mensenrechten (Shandler, n.d.). Maar het beeld van Anne is misschien wel meer dan iconisch. Het zou ons iets kunnen vertellen over hoe de samenleving omgaat met geschiedenis en betekenisgeving. Daardoor vroeg ik mij af: zou het Amerikaanse beeld van Anne Frank gebaseerd kunnen zijn op een mythe of sluit het aan bij het zelfbeeld dat zij schiep in haar levensverhaal ‘Het Achterhuis’?

Meizoz and Barthes

Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we goed begrijpen wat een literair zelfbeeld is en hoe deze tot stand komt. De eerste die ons daarbij helpt is literatuurwetenschapper Jérôme Meizoz (2010). Hij legt uit dat met elk woord, elke handeling en elke verschijning in een werk de identiteit of representatie van het auteurschap wordt gecreëerd. Dit zelfbeeld verwijst naar ‘een of meerdere discursieve ethossen die deelnemen aan de constructie ervan’ (Meizoz, 2010). Met andere woorden; het is de identiteit die een auteur zichzelf toeschrijft en die samen met verschillende bemiddelaars wordt geconstrueerd (Meizoz, 2010). Aangezien Anne Frank helaas niet meer onder ons is, is het zelfbeeld dat zij creëerde een postfeitelijke reconstructie die alleen gebaseerd is op haar geschreven woord. Het verschil met een ‘imago’ is dat dit laatste begrip representaties van iemand zijn die door anderen zijn gemaakt in plaats van de persoon (of auteur) zelf (Dera, 2015). In ons geval betekent dit dat de meeste biografieën of ander media-uitingen een beeld creëren van Anne op basis van het zelfbeeld dat ze ons voorstelde in haar boek ‘Het Achterhuis’ of in andere korte verhalen van haar eigen hand.

Wat dit artikel over de persona van Frank zo complex maakt, is de omstandigheid dat haar imago en buitengewone verhaal onlosmakelijk verbonden zijn met haar schrijverschap. Zoals Moran (2000) uitlegt: ‘een bijna onlosmakelijke verbinding tussen het leven en werk van de auteur’ gaat vaak gepaard met een status van beroemdheid in het schrijverschap – alsof Annes literaire werk haar leven is en haar leven haar werk. Daarnaast heeft Anne nooit de kans gekregen om zichzelf in het openbaar te presenteren nadat ze de rol van een gepubliceerd auteur had gekregen; haar karakter of houding laat veel ruimte voor interpretatie en idealisering (Sion, 2012). Ze sprak zo velen aan en vormde een inspiratie voor zovele, van musicals tot musea, van dans tot beeldende kunst en van radioprogramma’s tot tulpennamen, dat die uitgewerkte verbindingen zelf een fenomeen van brede betrokkenheid werden: het ‘Anne Frank-fenomeen’ (Shandler, 2012a). Hoewel er veel factoren van invloed kunnen zijn geweest op het ontstaan van dit fenomeen, sluit het duidelijk aan bij een van Annes laatste wensen: “Ik wil blijven leven, zelfs na mijn dood! En daarom ben ik God dankbaar dat Hij mij deze gave heeft gegeven, deze mogelijkheid om mezelf te ontwikkelen en te schrijven, om alles wat in mij is uit te drukken.” (Frank zoals geciteerd door Shandler, 2012a). Annes beroemdheidsstatus, die nu nogal iconisch blijkt te zijn omdat ze de tand des tijds doorstaat, is iets waar ze altijd van gedroomd heeft (Shandler, 2012a).

Maar de onhistorische presentatie van zichzelf is misschien toch niet waar Anne van droomde. Als we kijken naar het ontstaan van een bepaald geïdealiseerd beeld van iets of iemand, is Barthes’ theorie over mythologieën van belang. Barthes liet zien (Barthes, 1991) hoe sommige objecten of mensen worden ontdaan van hun historische, sociale en/of functionele context en worden vervangen met een andere betekenis, waardoor het deel uit gaat maken van een ‘tweede-orde-semiologisch systeem’ (Barthes, 1991). Een hoefijzer is bijvoorbeeld een hulpmiddel om slijtage aan de hoef van paarden te voorkomen. Ergens werd het echter een gelukssymbool. De toegevoegde betekenis heeft niets te maken met de oorspronkelijke en feitelijke betekenis van een hoefijzer. Een mythe vervormt en vervreemdt de betekenis van iets door het te ontdoen van zijn geheugen (Barthes, 1991) en het te doordrenken met een of andere ideologie. Alle onbeantwoorde vragen over Annes persoonlijkheid leidden, zoals eerder geïmpliceerd, tot een zekere idealisering. Omdat we dit tegenwoordig het sterkst zien in de Verenigde Staten, zullen we naar Amerikaanse bronnen kijken om te zien of er sprake is van mythisering.

Imago versus zelfbeeld

Ten tijde van COVID-19 keken mensen naar Anne, identificeerden zich met haar situatie en vonden troost en moed in haar woorden (Grisar, 2020). Over het algemeen is Annes imago gebouwd op zes criteria: haar intelligentie, haar gedocumenteerde ontwikkeling als persoon, haar gevoeligheid, haar ontvankelijkheid, haar zelfkennis door reflectie en haar zuivere intentie (Steenmeijer, A. G., Frank, O., & van Praag, H., 1981). Om erachter te komen hoe de Amerikanen het beeld van Anne benaderen en onze onderzoeksvraag te beantwoorden, zullen we eerst een recent artikel van Forward als voorbeeld nemen voor de Amerikaanse beeldvorming van Anne Frank en dat vergelijken met haar zelfbeeld zoals te vinden in ‘Het Achterhuis’ (Frank, 1995), omdat die het dichtst bij haar feitelijke zelfpresentatie komt.

Hierboven ziet u een oproep van de Joodse activistengroep Never Again Action om alle gedetineerden uit een ICE-detentiecentrum (immigratiedienst) in New York vrij te laten. Ze gebruiken Anne Frank, niet alleen om de situatie van de gedetineerden met die van haar te vergelijken, maar ook om de volgende uitspraak te doen: “Zonder doortastend optreden kunnen [gouverneurs] Cuomo en Baker een humanitaire crisis creëren die de dood van onschuldigen tot gevolg kan hebben” (Grisar, 2020). Hiermee gebruiken ze Annes imago als een voorvechter van mensenrechten om hun statement kracht bij te zetten en een opvallender effect te geven.

Interessant is dat de Amerikaans-Joodse nieuwssite Forward de toegankelijkheid van Anne Frank benadrukt door persoonlijke verhalen op Twitter uit te lichten over hoe het publiek zich tot haar verhoudt in onze moderne tijd. Mensen lijken een beter begrip te krijgen van Annes leven in het Achterhuis tijdens de COVID-19 lockdown(s). Sommigen vonden bij haar zelfs de inspiratie om zelf een dagboek te beginnen, omdat ze zich realiseerden dat wat zij meemaakten al snel geschiedenis zou worden (Grisar, 2020).

Niet alleen (jong-)volwassenen verwijzen naar Anne. Forward legt uit hoe iedereen zich tot Anne kan verhouden, omdat de meesten haar op school hebben leren kennen. Tieners kunnen zich in Annes ‘heldere, emotioneel levendige beschrijvingen van gemeenschappelijk gevoelens en ervaringen uit de kindertijd (Grisar, 2020) verplaatsen, omdat zij die (op dat moment in hun leven) ook ervaren. We zouden dus kunnen zeggen dat jongeren Anne leren kennen in hun kindertijd en die band met haar meenemen naar hun volwassenheid. Door het beeld van Anne te gebruiken, kunnen activisten zoals Never Again Action de jeugd bereiken en volwassenen raken met hun boodschap. In dit geval kunnen we zeggen dat Annes beeltenis niet alleen wordt gebruikt voor boodschappen over slachtofferschap, menselijkheid en protest, maar ook als middel om een breder publiek te bereiken.

In het laatste deel van het artikel suggereert Forward dat we allemaal van Anne kunnen leren omdat ze ‘jarenlang standhield tegen een vijand die haar omsingelde’ (Grisar, 2020), iets wat van moed bewijst en ons inspireert om ook moedig te zijn in tijden van COVID-19. Volgens Forward kunnen we, terwijl we het citaat van Anne lezen, kracht halen uit haar levensverhaal omdat haar woorden ‘de urgentie van optimisme en de zinloosheid van angst benadrukken’ (Grisar, 2020) en ons helpen onze vragen te beantwoorden met haar voorbeeld van ‘veerkracht, vriendelijkheid en genade’ (Grisar, 2020).

Als we kijken naar onze zes criteria (intelligent, zich ontwikkelend, gevoelig, ontvankelijk, reflectief en zuiver van intentie) kunnen we concluderen dat in het artikel van Forward niet aan alle criteria wordt voldaan. Er worden geen opmerkingen gemaakt over haar intelligentie, gevoeligheid, scherpzinnigheid of reflectiviteit. Wel wordt haar ontwikkeling van kind tot jongvolwassene uitgebreid genoemd, omdat dit het belangrijkste stuk is wat het Amerikaanse publiek van Anne ziet. Interessant hierbij is dat het benadrukken van één criterium geen toeval is. Shandler (2012b) legt uit dat, aangezien de Verenigde Staten nooit onder nazi-controle hebben gestaan, zij zich richten op andere dimensies van het beeld van Anne. Ze prijzen haar bekendheid en sensibiliteit, wat anders is dan het Europese perspectief (Shandler, 2012b). De ontvankelijkheid van Anne is vaak te zien in de citaten die Amerikanen het meest gebruiken als ze het over Anne hebben. Een daarvan is bijvoorbeeld: “Ik geloof, ondanks alles, nog steeds in de innerlijke goedheid van de mens.” (Frank zoals geciteerd door Hoffstein, L.S. & Devitt, A., 2018) of “Hoe heerlijk is het, dat niemand een minuut hoeft te wachten met te beginnen de wereld langzaam te doen veranderen. Denk aan al het moois dat je nog om je heen hebt en wees blij(Frank zoals geciteerd door Wingrove, 2020). Deze andere focus zorgde ervoor dat Anne een rolmodel werd, vooral in de ‘onzekere omstandigheden’ van COVID-19 (Grisar, 2020). Concluderend kunnen we zeggen dat het beeld dat de Amerikanen van Anne Frank hebben gecreëerd vooral die aspecten benadrukt die voor een breed publiek herkenbaar zijn en die haar op een voetstuk plaatsen als rolmodel voor jongere stemmen en mensenrechten.

Zelfbeeld

Om het zelfbeeld van Anne Frank te analyseren, bekijken we drie dagboekaantekeningen van ‘Het Achterhuis’ (Frank, 1995). Alle geselecteerde aantekeningen zijn uit het jaar 1944: 5 januari, 29 maart en 4 april. Wanneer we naar de eerste passage in januari kijken, trekt haar manier van vertellen onze aandacht. Ze begint met: “Vandaag moet ik je twee dingen bekennen, die heel wat tijd in beslag zullen nemen, maar die ik aan iemand moet vertellen en dat kan ik dan toch maar het best aan jou doen, omdat ik weet dat jij altijd en onder alle omstandigheden zult zwijgen.” (Frank, 1995, 5 januari 1944).

Het voelt alsof wij, de lezers, haar vriend zijn; ze vertelt haar gedachten aan ons in beslotenheid, wat meteen een gevoel van intimiteit geeft en een band schept tussen de schrijfster en de lezer. In de bijdrage vertelt Anne over haar moeilijke relatie met haar moeder, haar nieuwsgierigheid naar mensen van hetzelfde geslacht, zowel op geestelijk als lichamelijk gebied en haar veranderende lichaam en persoonlijkheid tijdens de puberteit. Deze dag vertelt Anne bijvoorbeeld over haar menstruatie als iets dierbaars voor haar: “Telkens als ik ongesteld ben (…), heb ik het gevoel dat ik, ondanks alle pijn, narigheid en viezigheid, een zoet geheim met me meedraag…” (Frank, 1995, 5 januari 1944). Anne is op dat moment veertien jaar en haar menstruatie is een fysiek teken van Annes groei van klein meisje naar vrouw.

In maart valt op hoe Annes manier van schrijven is veranderd. Ze begint met het vertellen over haar dag, zoals ze altijd had gedaan, maar deze dag geeft haar een reden om over te gaan op een andere schrijfstijl. Ze vertelt over de algemene situatie in Nederland op dat moment. Hoe er niet genoeg voedsel is, hoe er veel diefstal is en hoe de oorlog heftiger wordt (met bombardementen op IJmuiden). Deze specifieke gebeurtenis, zoals beschreven in haar dagboek, leidde tot Annes verandering in schrijfster:

Gisteravond sprak minister Bolkestein voor de Oranjezender er over, dat er na de oorlog een inzameling van dagboeken en brieven van deze oorlog zou worden gehouden. Natuurlijk stormden ze allemaal direct op mijn dagboek af. Stel je eens voor hoe interessant het zou zijn, als ik een roman van het Achterhuis zou uitgeven.” (Frank, 1995, 29 maart 1994).

Dit doet ons geloven dat Annes bedoelingen niet zo ‘onschuldig’ zijn als over het algemeen beschreven wordt.

Tot slot benadrukt Anne in april hoe graag ze schrijfster wil worden en geeft ze ons inzicht in de manier waarop ze van plan is een geweldige schrijfster te worden. Ze gelooft dat ze door haar eigen reflectie kan leren en verbeteren: “Ik zelf ben mijn scherpste en beste beoordelaar hier. Ik weet zelf wat goed en niet goed geschreven is.“ (Frank, 1995, 4 april 1944). Het resultaat van haar document bewijst dat we kunnen zeggen dat Anne in staat was om rationeel naar haar eigen werk te kijken om haar schrijven te verbeteren. Omdat Anne schreef over wat ze dacht, ervoer of zei, weerspiegelt haar werk indirect haar morele principes. Daarom betekende kritisch zijn op haar werk ook kritisch zijn op hoe ze zich als persoon kon verbeteren (Charnow, 2012). Hoewel de algemene toon van dit fragment vrij luchtig is, zien we onderliggende gevoelens als we haar zinnen nader bekijken. Bijvoorbeeld in de zin “Met schrijven word ik alles kwijt, mijn verdriet verdwijnt, mijn moed herleeft”, lijkt het alsof ze dankbaar is voor haar schrijven, maar ze geeft ook toe dat ze veel zorgen en verdriet heeft die ze anders niet van zich af lijkt te kunnen schudden. Gevolgd door: “...zal ik ooit journaliste en schrijfster worden?”, waarmee ze zich afvraagt of haar toekomst er wel is voor haar. Anne is dus niet altijd zo positief als ze doet geloven.

Hoewel deze geselecteerde passages nooit elk stukje van Annes zelfbeeld en hoe ze zichzelf presenteerde kunnen laten zien, kunnen we, als we kijken naar onze criteria (intelligent, zich ontwikkelend, gevoelig, opmerkzaam, reflectief en zuiver van intentie), zien dat aan veel is voldaan. Ze beschrijft haar ontwikkeling, zowel lichamelijk als geestelijk. Haar gevoeligheid wordt bevestigd door haar gedetailleerde beschrijving van haar gevoelens. Haar voortdurende reflectie – meestal rationeel, soms hard – op haar persoonlijkheid en haar werk als schrijfster. En tot slot haar intenties. Hoewel deze niet ‘puur’ zijn, zijn ze daarom niet minder authentiek. Anne was zich bewust van een potentieel publiek, wat blijkt uit het feit dat ze begon met het bewerken en herschrijven van eerdere dagboekaantekeningen en het formuleren van een proloog gedateerd 20 juni 1942 (Shandler, 2012b). Beide versies, van voor en na 29 maart, tonen verschillen in inhoud, vorm en lezerspubliek.

Verbanden en verschillen

Als we beide lijsten met vervulde criteria (van het imago en het zelfbeeld van Anne Frank) naast elkaar leggen, zien we dat ze elk een andere focus bevatten. Haar imago gaat vooral over Annes ontwikkeling en waarnemingsvermogen en haar gecreëerde zelfbeeld over ontwikkeling, sensibiliteit en reflexiviteit. Als we kijken naar welke andere karaktereigenschappen benoemd of zichtbaar zijn, zien we dat ook die heel verschillend zijn. Haar imago neigt vooral naar vertrouwelijkheid, relateerbaarheid en toegankelijkheid, terwijl het zelfbeeld van Anne kan worden uitgebreid met eigenschappen als positiviteit, geestigheid en intelligentie. Hoewel ze beide de criteria van ontwikkeling inhouden, kunnen we concluderen dat Annes Amerikaanse imago en zelfbeeld niet met elkaar in verbinding staan.

Iets wat mogelijk heeft bijgedragen aan deze ontkoppeling is de onbekendheid van Annes wensen over de publicatie van haar levensverhaal. Zoals we hierboven hebben vastgesteld, was Anne zich zeer bewust van een potentieel publiek en schreef ze ‘Het Achterhuis’ met de intentie om gepubliceerd te worden. In haar dagboek schrijft ze hoe ze haar boek een titel geeft: “Aan de titel [Het Achterhuis] alleen zouden de mensen denken, dat het een detectiveroman was” (Frank, 1995, 29 maart 1944). In tegenstelling tot het Amerikaanse beeld van een ‘zich steeds ontwikkelende’ Anne, voelden mensen in landen als de Verenigde Staten wel de drang om de titel te veranderen van ‘Het Achterhuis’ – Annes voorkeurstitel – naar een naam met het woord ‘dagboek’ erin (Shandler, 2012b). Door de titel te veranderen naar ‘dagboek’, zet het publiek ‘de auteur en het genre op de voorgrond (Shandler, 2012b), waarbij het Annes naam verbindt met haar schrijven en daarmee haar idealisering en mythe-status versterkt.

Het zou echter niet eerlijk zijn om alleen het Amerikaanse beeld van Anne Frank te bekritiseren. Het is geen geheim dat ‘Het Achterhuis’ niet alleen het werk is van Anne zelf, maar ook van haar vader Otto Frank, aangezien hij degene is die haar verhaal na Annes dood intens heeft bewerkt (Anne Frank Stichting, n.d.). Voordat ‘Het Achterhuis’ werd gepubliceerd, werd het levensverhaal door meerdere redacteuren bewerkt, van dagboek naar typoscript, tot het uiteindelijk een roman werd (Shandler, 2012b). Het is echter onjuist om ‘Het Achterhuis’ niet-authentiek te noemen en daarom niet in staat om het zelfbeeld van Anne weer te geven. Anne heeft wel degelijk haar houding, haar ware ik en identiteit weergegeven in haar dagboek. In de laatste dagboekaantekening van ‘Het Achterhuis’ legt Anne uit hoe dit zo gekomen is:

Ik heb je al eens meer verteld, dat mijn ziel als het ware in tweeën gesplitst is. (…) Ik ben erg bang dat allen die me kennen zoals ik altijd ben, zullen ontdekken dat ik een andere kant heb, een mooiere en betere kant (…) Ik weet precies hoe ik zou willen zijn, hoe ik ook ben … van binnen, maar helaas, ik ben het enkel voor mezelf” (Frank, 1995, 1 augustus 1944).

Anne heeft er dus wel voor gekozen om zich anders voor te doen, meer als de persoon die ze wil zijn. Otto Frank bevestigt dit door uit te leggen dat hij erg verbaasd was toen hij Annes dagboek na de oorlog las: “Het is een heel andere Anne dan ik als mijn dochter had gekend‘ (Anne Frank Stichting, 2009). Ze was veel serieuzer dan hoe hij haar tijdens haar leven kende.

De ontwikkeling van een mythe

Al met al kunnen we constateren dat het Amerikaanse beeld van Anne Frank een mythe is geworden. Zoals we hierboven hebben gezien, heb ik zowel het zelfbeeld als het beeld geanalyseerd en geconcludeerd dat die voor het grootste deel niet op elkaar aansluiten. De de-historiserende presentatie van Anne in de Verenigde Staten als ‘beroemde strijder voor vrede en tolerantie (Sion, 2012) is te vergelijken met iconen als Moeder Teresa (Sion, 2012) en niet gebaseerd op haar ‘werkelijke’ zelfbeeld en leven. Ze hebben Anne ontdaan van haar tijdelijkheid en historische context – als uniek geval waarin iemand zich kon verbergen voor de Gestapo (Cohen, n.d.) – en haar beeld veranderd in iets eeuwigs – het gezicht van de hele Holocaust en al haar slachtoffers. Het is echter niet verwonderlijk dat haar imago in sommige opzichten nog steeds verband houdt met Annes zelfbeeld, omdat een ‘mythe niet probeert de waarheid te laten zien of te verbergen bij het creëren van een ideologie, maar probeert af te wijken van de werkelijkheid’ (“Mythologies”, n.d.).

Het gebruik van Anne Frank in de Verenigde Staten voor doeleinden als een inspirerend rolmodel voor jongeren, onderwijsprogramma’s over discriminatie en andere oorzaken van slachtofferschap en humanisme, vertelt ons dat ze inderdaad een mythe (in wording) is.

 

Literatuur

Barthes, R. (1991). Mythologies. New York: The Noonday Press.

Charnow, S. (2012). Critical Thinking:  Scholars Reread the Diary. In: Kirshenblatt-Gimblett, B. & Shandler, J. (Eds.), Anne Frank Unbound: Media, Imagination, Memory (p. 291-308). Bloomington: Indiana University Press

Frank, A., Frank, O. H., Pressler, M., & Massotty, S. (1995). The diary of a young girl: the definitive edition (1st ed.). Doubleday.

Meizoz, J. (2010). Modern Posterities of Posture. Jean-Jacques Rousseaup. 81 – 93. In: Gillis J. Dorleijn, R. Grüttemeier en L. Korthals Altes, Authorship Revisited Conceptions of Authorship around 1900 and 2000. Leuven.

Moran, J. (2000) Introduction: the charismatic illusion, pp. 1-14. In: Star authors. Literary celebrity in America. London: Pluto Press.

Shandler, J. (2012a). Introduction: Anne Frank, the Phenomenon. In Kirshenblatt-Gimblett, B. & Shandler, J. (Eds.), Anne Frank Unbound: Media, Imagination, Memory (p. 178-192). Bloomington: Indiana University Press.

Shandler, J. (2012b). From Diary to Book: Text, Object, Structure. In: Kirshenblatt-Gimblett, B. & Shandler, J. (Eds.), Anne Frank Unbound: Media, Imagination, Memory (p. 25-58). Bloomington: Indiana University Press.

Sion, B. (2012). Anne Frank as Icon, from Human Rights to Holocaust Denial. In Kirshenblatt-Gimblett, B. & Shandler, J. (Eds.), Anne Frank Unbound: Media, Imagination, Memory (p. 178-192). Bloomington: Indiana University Press.

Steenmeijer, A. G., Frank, O., & van Praag, H. (1981). A tribute to Anne Frank. Shogakukan.

Zelfbeeld. (n.d.). Van Dale Online. Geraadpleegd op 11 november 2024, van https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/zelfbeeld

[1] Zelfbeeld is een vrije vertaling van het begrip posture zoals gedefineerd door Jérôme Meizoz. Het grootste verschil met het begrip zelfbeeld zoals wij dat in het Nederlands gebruiken (Van Dale Online, n.d.), is dat ik hier niet doel op een mentaal zelfbeeld dat iemand van zichzelf heeft, maar een zelfbeeld/identiteit die iemand zichzelf aanmeet om te projecteren naar de buitenwereld toe. Voor uitgebreidere toelichting van het begrip zelfbeeld (posture in het Engels), zie ‘Meizoz en Barthes’ hieronder.

Dit is een vertaling van Anne Frank – Myth or Author, oorspronkelijk verschenen op Diggit Magazine. Vertaling: Kirsten Verbeek en Jos Baijens.

Deel via: